Europese projecten

Citizens for Energy Transition (C4ET)

Download de hulpmiddelen die Homegrade heeft ontwikkeld in het kader van het Europese project Citizens For Energy Transition in 2018:

Renoveren: herstellen, hergebruiken en recycleren – Deze brochure is bedoeld om burgers bewust te maken van de mogelijkheden tot hergebruik van bouwmaterialen bij de renovatie van woningen. Ze geeft ook praktische tips: hoe demonteren, waar tweedehandsmaterialen vinden, enz. Brochure in English: Renovate: repair, reuse and recycle – A step towards a circular economy

Circulaire economie in renovatie (FR) – Deze infografie geeft een overzicht van de belangrijkste elementen die kunnen worden onderhouden, hersteld, verbeterd, hergebruikt of getransformeerd in plaats van weggegooid, zoals meestal het geval is, vooral tijdens de renovatie van een huis.

Burgergerichte circulaire economie in de bouw –  Wilt u de aandacht vestigen op de mogelijkheden om materialen op een speelse manier te hergebruiken en te transformeren? Dan is dit spel voor u! Download de gebruiksaanwijzing, het spelbord, de kaarten, de materiaalfiches en de sorteercentrum fiches.

De inventaris – In dit document vindt u een methodologie die u helpt bij het hergebruiken van materialen wanneer u uw woning renoveert. Het bestaande hergebruiken of transformeren kan niet worden geïmproviseerd, ontdek hoe u uw project van a tot z kunt organiseren!

Lezing: De circulaire renovatie (FR) – In deze presentatie komt het probleem van de circulaire economie aan bod bij de renovatie van gebouwen volgens het principe van de 4 R’s: reduce (verminderen), repair (herstellen), reuse (hergebruiken) en recycle (recycleren).

Citizens for Energy Transition (C4ET)
Educating citizens on the energy transition, improving practices and multiplying efforts

Duur van het project: 1 september 2015 – 31 augustus 2018

Programma: Erasmus+ (Europese Unie)

Partners van het project

  • Energies 2050, Frankrijk;
  • Global Nature Fund (GNF), Duitsland;
  • Stadswinkel, Belgique;
  • Molise verso il 2000 scrl, Italië;
  • Trebag Vagyon – Es Projektmenedzser KFT, Hongrie; Drustvo Za Oblikovanje Odrzivog Razvoja, Kroatië.

Algemene doelstellingen

  • De burgers sensibiliseren voor de energietransitie;
  • Bijdragen tot een energie-efficiënte en koolstofarme ontwikkeling;
  • De kennis en vaardigheden van volwassenen inzake energietransitie verbeteren;
  • De burgers helpen de kansen die worden geboden door de energietransitie, te benutten, bijvoorbeeld op het vlak van werkgelegenheid en economische ontwikkeling.

Specifieke doelstellingen

  • De bestaande praktijken en sensibiliserings-en opleidingsmethodes in Europa m.b.t. de vraagstukken van de energietransitie, identificeren;
  • Deze onderwijsmethoden verbeteren en uitbreiden;
  • Het aantal Middenveldorganisaties en actoren die betrokken zijn bij de educatie van burgers in energietransitie, verhogen;
  • Het opzetten van netwerken van actoren die betrokken zijn bij de educatie van burgers in energietransitie, stimuleren;
  • De vaardigheden van de Middenveldorganisaties die betrokken zijn bij of die belangen hebben in de educatie van burgers in energietransitie, duurzaam maken;
  • De vaardigheden van de Europese burgers op het vlak van energietransitie versterken.

Methodologie

Om deze doelstellingen te bereiken is het C4ET-team begonnen met het identificeren van de vernieuwende onderwijspraktijken op nationaal niveau (in elk van de zes landen vertegenwoordigd door het project). Het zal hierop voortbouwen om innovatieve pedagogische hulpmiddelen te verstrekken die ontworpen zijn om (rechtstreeks of onrechtstreeks) de volwassen burgers te bereiken, hen te helpen om zich te engageren voor de energietransitie, om hun gedrag in het licht van de verstrekte informatie opnieuw te bezien en hen aan te moedigen om naar duurzaamheid toe te werken.

Doelpubliek

De doelgroepen voor dit project zijn:

  • De Middenveldorganisaties en andere belanghebbenden die zich engageren voor de educatie van burgers;
  • De Middenveldorganisaties die actief zijn in de sensibilisering met betrekking tot onze ontwikkelingsmodellen;
  • De volwassen burgers;
  • De uiteindelijke doelgroep is alle Europese burgers.

Alle informatie en hulpmiddelen van de partners staan op de website http://citizens4energytransition.org.

De projecten van de Stadswinkel

Methodologie van de Educatieve Aanpak van Energiearmoede (MAEPE)

Het MAEPE-project is een samenwerking tussen drie partners die de kwestie van energiearmoede bestuderen en het antwoord van elk van hen om mensen die hierdoor getroffen worden, te helpen en tegelijk het gebruik van duurzame energie te bevorderen.

De drie partners kruisen verschillende ervaringen met elkaar:

  • Het Pact Arim des Alpes Maritimes is gevestigd in Nice. Deze organisatie maakt deel uit van een netwerk van 145 verenigingen verspreid over heel Frankrijk. Hun opdracht is om tegemoet te komen aan de behoeften, gewoontes en middelen die beschikbaar zijn voor mensen die alleen of in gezinnen in zeer bescheiden omstandigheden wonen, om hun huisvestingssituatie te verbeteren en de vernieuwing van stadswijken te bevorderen.
  • De London Borough of Lewisham is als overheid (Raad van Lewisham) rechtstreeks en onrechtstreeks verantwoordelijk voor de toegankelijkheid van een groot aantal diensten voor haar inwoners. De raad bevordert het efficiënte gebruik van hulpbronnen binnen zijn gemeente, door samen te werken met bewoners, bedrijven en anderen om afval te verminderen, geld te besparen en het huidig milieu en dat van de toekomstige generaties te beschermen.
  • De vereniging de Stadswinkel die als doel heeft duurzame stedelijke ontwikkeling te bevorderen. Een van haar opdrachten is het uitvoeren van energieaudits en het verstrekken van begeleiding aan kansarme gezinnen om hun energierekeningen te verlagen.

De doelstellingen van het project waren:

  • de lokale situatie van elk van de partners in kaart brengen;
  • de meest gebruikte methoden voorstellen;
  • onderzoeken hoe hulp wordt geboden aan de meest kwetsbare mensen;
  • het opzetten van een uitwisseling van goede praktijken met als doel een praktisch model te ontwikkelen dat in verschillende gevallen kan worden gebruikt.

Het verslag van ons eerste seminarie geeft een beter inzicht in de actieterreinen van de drie partners en de doelstellingen die in het kader van het project worden nagestreefd. Het kan hier worden gedownload.

Met dit project hebben wij te maken gekregen met een grote verscheidenheid aan situaties van energiearmoede en met verschillende oplossingen voor problemen. In de eerste plaats werden we geconfronteerd met verschillende opvattingen van het begrip « energiearmoede », dat noch in Frankrijk, noch in België, noch op Europees niveau nauwkeurig gedefinieerd is. Daarom hebben we ervoor gekozen om te verwijzen naar de Britse definitie die bepaalt dat iedereen die meer dan 10% van zijn inkomen uitgeeft aan energierekeningen, in een situatie van energiearmoede verkeert.

Een gemeenschappelijk gedeeld gegeven is vaak de lage energie-efficiëntie van de woningen. Dit niveau van energie-efficiëntie is doorslaggevend omdat het de energiearmoede in de hand werkt. Een gezin met beperkte middelen zal nog minder in staat zijn om zijn uitgaven te dekken als het in een woning leeft die blootstaat aan alle wind en slecht verwarmd is. Dat betekent ook dat met hetzelfde inkomen een weinig bemiddeld gezin de energierekening van een goed geïsoleerde woning zou kunnen betalen, door zijn energie-uitgaven te controleren en te meten. De huizen van de armste mensen zijn echter vaak verouderd en dateren van vóór de nationale en Europese thermische regelgeving.

Het MAEPE-project heeft het mogelijk gemaakt onze kennis over de oorzaken van energiearmoede en ons inzicht in enkele operationele mechanismen die gebruikt worden om deze aan te pakken, te verbeteren. In ons project werden innovatieve praktijken in de strijd tegen energiearmoede bestudeerd vanuit drie aspecten:

  • Sociaal: wie zijn de mensen die te maken hebben met energiearmoede en welke vormen van ondersteuning worden door elke partner geboden.
  • Technisch: innovatie in de gebouwen, om de energie-efficiëntie te verbeteren en de facturen van de huurders te verlagen.
  • Financieel: vergelijking van de financiële mechanismen die door elke partner worden ingezet (krediet, groene lening, premies, belastingverminderingen enz.).

We hebben ervoor gekozen om de resultaten die we in Brussel (BE), Lewisham (GB) en Toulon-Nice (FR) gezien hebben, voor te stellen aan de hand van casestudy’s in de vorm van themafiches. In deze themafiches komen verschillende thema’s aan bod:

  • verbetering van de energie-efficiëntie van sociale woningen: van traditionele renovatie tot sociale passiefgebouwen (project « l’Espoir » in Brussel);
  • sociaal werk: hoe worden de meest kwetsbaren ondersteund? In die zin is het werk van de vereniging «London and Quadrant Housing» belangrijk, net als de actie van maatschappelijk werkers in Toulon, gericht op zigeunergemeenschappen;
  • grootschalige energiebesparende strategieën (het gebruik van afval in Londen om energie te leveren, het gebruik van houtafval in Cannes om sociale woningbouwcomplexen te verwarmen);
  • de specifieke programma’s ter bestrijding van de energiearmoede.

Deze 17 themafiches zijn bedoeld om de verschillende mechanismen voor de bestrijding van energiearmoede te illustreren.

Ze kunnen hieronder worden gedownload (FR):

FS-1 Bruxelles: les audits énergétiques du Centre Urbain
FS-2 Bruxelles: logements sociaux – bâtiment passif « l’Espoir »
FS-3 Bruxelles: rénovation énergétique d’un bâtiment classé au sein d’une Cité-jardin
FS-4 Bruxelles: logements sociaux dans la commune de Schaerbeek
FS-5 Bruxelles: politique de lutte contre la précarité énergétique
FS-6 Bruxelles: lutte contre l’insalubrité – Contrat de quartier Maison-Rouge
FS-7 Nice: l’espace Info-énergie
FS-8 Cannes: la Zone d’Aménagement Concertée (ZAC) Maria
FS-9 Toulon: relogement des gens du voyage dans des logements fixes – Accompagnement social
FS-10 Cannes: chaufferie au bois pour un ensemble de logements sociaux (Ranguin)
FS-11 Cannes: OPAH – Plan de cohésion social
FS-12 Londres: quartiers nord de Lewisham
FS-13 Londres: logements dans les quartiers sud de Lewisham
FS-14 Londres (Lewisham): logements sociaux rénovés de Heathside – Lethbridge
FS-15 Londres (Lewisham): logements sociaux de Loampitvale
FS-16 Londres (Lewisham): logements sociaux de London and Quadrant
FS-17 Londres: projet de réseau de châleur dans la commune de Lewisham

« Dit project werd gefinancierd met de steun van de Europese Commissie. Deze publicatie geeft slechts de mening van de auteur weer en de Commissie is niet aansprakelijk voor het gebruik dat eventueel gemaakt wordt van de in die publicatie opgenomen informatie. »

De Stadswinkel neemt deel aan het Europese project « ComeOn Labels » dat tot doel heeft informatie te verspreiden over de nieuwe energie-etikettering van huishoudelijke apparaten. Het tweeënhalf jaar durende project ging van start in december 2010 onder leiding van het Tsjechische Energieagentschap (Seven).

Doelstellingen
Er zijn drie grote gebieden die verband houden met de goede werking van het energie-etiket:

  • de juiste informatie op de etiketten (nauwkeurigheid van de informatie, controle van de conformiteit door middel van tests);
  • het correct aanbrengen van energie-etiketten op de apparaten in de winkels, in de catalogi en op het internet (e-commerce, internetreclame, postorderverkoop, enz.);
  • de organisatie van promotieactiviteiten gericht op toekomstige kopers (voorlichtings- en educatiemateriaal en bewustmakingscampagnes).

Deze drie gebieden dragen bij tot de voortdurende verbetering van de energie-efficiëntie van elektrische huishoudapparaten en energieverbruikende producten in het algemeen, en tot het begeleiden van de consumenten om slimmere aankopen te doen.

De belangrijkste doelstellingen van dit project zijn het ondersteunen van de goede organisatie van de bovengenoemde activiteiten op nationaal niveau, het identificeren van de nationale beste praktijken, en het beschikbaar stellen ervan op Europees en internationaal niveau.

Deze informatie zal worden gecombineerd en aangevuld met onderzoeken naar de eventuele noodzaak om oude en/of minder efficiënte apparaten te vervangen.

Belangrijkste activiteiten van het ComeOn Labels project
De verschillende partners van dit project zullen de voorbeelden van beste praktijken in hun land bijeenbrengen en deze in heel Europa delen. Tegelijkertijd zullen ze de meest problematische aspecten van de verspreiding van en de controle op de etiketten in kaart brengen en zullen ze proberen de huidige situatie te verbeteren door samen te werken met lokale organisaties en met de verantwoordelijke instanties: detailhandelaren, consumenten, fabrikanten en de betrokken autoriteiten van de lidstaten.

De belangrijkste gebieden omvatten:

  • Wetgeving – identificatie, vergelijking met de EU-richtlijnen, rollen en verantwoordelijkheden, verschillen in de nieuwe wetgeving (met inbegrip van de bestaande en toekomstige uitvoeringsmaatregelen in het kader van de richtlijn 2005/32/EG inzake ecologisch ontwerp voor de apparaten/producten).
  • Testen van apparaten – regels voor goede praktijken over waarom en hoe officiële tests moeten worden uitgevoerd, verzameling en informatie over uitgevoerde tests, met inbegrip van een vergelijking met de situatie buiten de EU.
  • Gelijkvormigheid van de detailhandelaar – regels voor goede praktijken in elke lidstaat, willekeurige bezoeken door partners aan winkels en starten van de verspreidingsactie, met inbegrip van de opleiding van detailhandelaren.
  • Promotie – voorbeelden van goede praktijk, beschrijving van de huidige situatie, organisatie van ten minste één nieuwe promotieactiviteit in elk deelnemend land, inclusief:
    • de promotieplanning voor de energie-etiketten;
    • het opstellen van eenvoudige teksten voor het promotiemateriaal, bijv. het toelichten van het nieuwe etiket in het algemeen, het toelichten van de specifieke etiketten voor elk product;
    • de uitvoering (coördinatie) van promotieactiviteiten;
    • het onderzoek van de impact van deze promotieactiviteiten.
  • Vervanging – informatie over de gemiddelde leeftijd van apparaten in huishoudens, overzicht van de beschikbare instrumenten (belastingwetgeving, reductieprogramma’s, incentives, enz.) en de resultaten die behaald werden in landen die al van sommige instrumenten gebruik gemaakt hebben, het ter beschikking stellen van een document op nationaal niveau.
  • Uiteindelijke aanbevelingen.

Projectreferentie: www.come-on-labels.eu

Lezingen georganiseerd door de Stadswinkel (in 2011):

  • De Energielabels – Lezing

De keuze en het juiste gebruik van het huishoudapparaat zijn niet eenvoudig. Om de gebruiker te helpen, stelt de Stadswinkel, in partnerschap met het OIVO, voor om uitleg te geven over het nieuwe energielabel, de praktische/nuttige acties voor een correct gebruik van de huishoudapparaten, de financiële stimulansen die in België worden geboden voor de aankoop van een huishoudapparaat (energiepremies, ecocheques, enz.), en over de levenscyclus en de recyclage van een toestel.

Spreker: Dhr. Adriaan Meirsman, Directeur informatie van het Onderzoeks- en Informatiecentrum van de Verbruikersorganisaties (OIVO).

Brochures gepubliceerd door de Stadswinkel:

« Het ComeOn Labels project (Common appliance policy – All for one, One for all – Energy labels) wordt ondersteund door het programma Intelligente Energie voor Europa. De inhoud van dit project en van al zijn documenten valt uitsluitend onder de verantwoordelijkheid van de auteur en geeft niet noodzakelijk de mening van de Europese Unie weer. Noch het EACI noch de Europese Commissie kunnen aansprakelijk worden gesteld voor het gebruik dat van de daarin vervatte informatie kan worden gemaakt. »

Interreg Programma

Het programma interregionale samenwerking INTERREG IVC, gefinancierd door het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, helpt de Europese regio’s om samen te werken en ervaringen en goede praktijken te delen op het gebied van innovatie, kenniseconomie, milieu en risicopreventie.

Over het Serpente project

De Europese Unie wordt geconfronteerd met een situatie waarin de vermindering van schadelijke uitstoot en een efficiënt gebruik van energiebronnen essentieel zijn om duurzame ontwikkeling op lange termijn te garanderen.Naast de huidige vraagstukken op het gebied van energiezekerheid en kernenergie, moet de EU nadenken over de vraag hoe zij kan investeren in initiatieven om de klimaatverandering te beteugelen. SERPENTE richt zich op deze kwestie, in overeenstemming met de algemene doelstelling INTERREG IVC inzake risicopreventie en milieu en de prioriteit die wordt gegeven aan financiële belangen met betrekking tot energie en duurzaam vervoer.

Tegen 2020 kan 10% energie worden bespaard door alleen al de bestaande wetgeving op het vlak van vervoer, warmteproductie en bouw toe te passen. Het energieverbruik in gebouwen is goed voor ongeveer 40% van het totale eindenergieverbruik in Europa.

De problemen van energieverlies variëren afhankelijk van het gebouwtype: historische oude gebouwen, gebouwen daterend vanaf de Tweede Wereldoorlog tot de jaren 70, hedendaagse gebouwen die sinds 1990 met behulp van duurzame technologieën moeten gebouwd worden. Volgens de Richtlijn over de Energieprestatie van Gebouwen moeten de prestaties van bestaande gebouwen verbeterd worden door middel van ingrijpende voorbeeldige renovaties met inachtneming van de nationale minimumeisen en door de toepassing van zeer efficiënte alternatieve oplossingen.

In dit verband moeten de acties die in openbare gebouwen moeten worden gevoerd, een voorbeeldfunctie vervullen. Deze gebouwen verbruiken namelijk veel energie door hun omvang, het grote aantal gebruikers en het chronisch tekort aan investeringen in renovatie. Bovendien is er voor de overheid een cruciale rol weggelegd bij het bevorderen van voorbeeldige renovatieprojecten. Het bevorderen en belonen van rationeel energiegebruik kan gedragsveranderingen in de privé-sector en bij burgers in de hand werken. De overheid staat dus voor de uitdaging om middelen te vinden voor grootschalige investeringen en de initiële kosten te rechtvaardigen door de waarde van toekomstige besparingen aan te tonen met het oog op een duurzame economische groei. Wanneer gebouwen door derden worden beheerd (in het geval van scholen of sportfaciliteiten) is er bovendien nog een ander probleem, omdat de gebruikers niet gemotiveerd zijn om deel te nemen aan energiebesparingspraktijken. Ten slotte moet de overheid de kwesties inzake beleidscoördinatie aanpakken, zowel tussen de verschillende diensten als tussen de verschillende niveaus van de lokale overheden.

Het SERPENTE-project brengt 10 partners uit 10 landen samen. Dit zijn allemaal verschillen in klimaat, geschiedenis en gebouwenfamilies. Het thema energie-efficiëntie in gebouwen is relevant voor iedereen! Sommige partners zijn afkomstig van lokale overheden die rechtstreeks de openbare gebouwen beheren en het overheidsbeleid uitvoeren. Andere zijn energieagentschappen, die de lokale autoriteiten ondersteunen en belast zijn met de uitvoering van lokale energieplannen. Nog andere zijn instellingen zoals een onderzoekscentrum dat gespecialiseerd is in hernieuwbare energie, of een vereniging van steden. Deze partners staan in contact met eindgebruikers, beleidsmakers en sleutelactoren voor de projectactiviteiten.

De partners besloten om de projectactiviteiten te richten op de renovatie van bestaande openbare gebouwen om hogere normen voor energiebesparing en efficiëntie tebereiken.

Het project richt zijn activiteiten op goede praktijken in verband met de bestaande financiële stimulansen, de technologieën, de beoordeling van de prestaties van gebouwen, de bewustmakingscampagnes en het beleid dat de energie-efficiëntie van openbare gebouwen aanzienlijk verbetert.

Doelstellingen van het project
De algemene doelstelling van SERPENTE is het verbeteren van de energie-efficiëntie in verschillende types openbare gebouwen die eigendom zijn van of beheerd worden door overheidsinstanties. Zo draagt SERPENTE bij aan de doelstellingen van Lissabon en Göteborg en aan de Europa 2020-strategie voor slimme en duurzame groei. Het maakt deel uit van de prioriteiten van Energie 2020 – Strategie voor een concurrerende, duurzame en veilige energievoorziening, waarin wordt verwezen naar het bestand van openbare gebouwen en de noodzaak om alle mogelijkheden te benutten voor het verbeteren van de energie-efficiëntie en het streven naar de autonomie van gebouwen.

De subdoelstellingen van het project zijn de volgende:

  • Bevorderen van het theoretisch inzicht en de praktische toepassing van energie-efficiëntie-initiatieven, niet alleen rechtstreeks in openbare gebouwen maar ook als een multiplicatoreffect voor de eindgebruikers.
  • Beleidsmakers bewustmaken van het belang van energie-efficiëntie in openbare gebouwen door middel van specifiek gestructureerde communicatie en technische activiteiten.
  • Bevorderen van een verantwoord energiegebruik bij de gebruikers van openbare gebouwen (ambtenaren, bewoners van publieke sociale woningen, gebruikers van de voorzieningen, studenten), door middel van informatie op regionaal niveau en participatieacties.
  • De actieve deelname van lokale actoren aan het overheidsbeleid bevorderen door deelname aan regionale discussiegroepen en interregionale uitwisselingen.
  • Energiebesparingen bevorderen op overheidsniveau.
  • Goede praktijken met betrekking tot energie-efficiëntie in openbare gebouwen in kaart brengen en deze gebruiken om uitvoeringsstrategieën op lokaal/regionaal niveau vast te stellen, door middel van een diepgaande uitwisseling tussen de 10 Europese regio’s.
  • Proefprojecten uitvoeren, waarbij goede praktijken (GP) worden getest in een aantal overheidsgebouwen die de 5 geselecteerde gebouwtypologieën (behandeld in subgroepen) bestrijken.
  • Ontwikkelen en verspreiden van een gemeenschappelijke handleiding die met de lokale overheden moet worden gedeeld om de energieprestaties van openbare gebouwen in eigendom / beheer te verbeteren, en die een theoretisch gedeelte (op basis van analyse van de contexten en uitwisselingen) en een gedeelte specifiek voor de uitvoering (op basis van de resultaten van de concrete proefprojecten) omvat.

Download onze informatiefolder (FR):