Tot het midden van de 19e eeuw vindt men maar weinig materialen terug in de Brusselse gevels: baksteen, witte steen en, in mindere mate, blauwe hardsteen. Het metselwerk wordt gewoonlijk beschermd door pleisters en verven.
Vanaf het eind van de 19e eeuw voert het spel van texturen en kleuren van de zichtbare materialen de boventoon.
De korte uiteenzettingen hierna stellen courante gevelmaterialen en richtinggevende adviezen voor over de reiniging. De oppervlakteactieve producten (dikwijls toepasbaar) en de zure of basische producten (te verbieden voor de meeste materialen) worden in de tabellen niet vermeld.
Symbool | Betekenis van het symbool |
---|---|
(:-)) | minimale aantasting van het materiaal indien de techniek correct toegepast wordt |
(:-|) | toepasbare techniek, maar met de nodige omzichtigheid te gebruiken |
(:-() | te verwerpen techniek wegens het risico op beschadiging van het materiaal |
Gevelstenen in terracotta
De terracotta baksteen wordt verkregen door het bakken, na het drogen van een kleiachtige pasta die in een gietvorm wordt geperst. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen metselstenen die dienen voor de bouw van het hoofddeel van de muur, en gevelstenen die regelmatiger zijn en bestemd voor de gevels.
Vanaf het einde van de 19e eeuw maakt de mechanisatie van de productie het mogelijk om een steeds breder gamma van gevelstenen aan te bieden. Afhankelijk van de samenstelling van de klei en de bewerkingstechnieken hebben de bakstenen een gladde, ruwe of verglaasde afwerking en hebben ze verschillende kleurschakeringen: rood, oker, bruin, zwart, wit, grijs, geel en zelfs groen of blauw, enz.
Technieken | Ruwe terracotta baksteen | Gladde terracotta baksteen | Verglaasde baksteen |
---|---|---|---|
verzadigde stoom (indien weinig vuil) | (:-)) | (:-)) | (:-)) |
droogstralen met fijne straalmiddelen | (:-)) | (:-|) | (:-() |
hydropneumatisch stralen | (:-|) | (:-() | (:-() |
water onder hoge druk | (:-() | (:-|) | (:-|) |
Metselsteen als parement gebruikt
Om redenen van besparing wordt de gangbare terracotta baksteen, bestemd voor het metselwerk, dikwijls gebruikt in de gevel. Hij wordt dan beschermd door een baksteenrode deklaag en gecombineerd met specifieke voegtechnieken, waardoor hij het regelmatige uitzicht van een gevelsteen krijgt.
Aandachtspunt
Het is afgeraden om dit type van parement te reinigen. Een reiniging met verzadigde stoom kan overwogen worden, maar de kans bestaat dat het resultaat weinig zichtbaar is. Indien nodig kan de oorspronkelijke deklaag van de baksteen vernieuwd worden door middel van een minerale verf (voorbeeld: silicaatverf). Reinigen door het spuiten van straalmiddelen of met water onder hoge druk is volstrekt uit den boze!
Kalkzandsteen
Kalkzandstenen worden niet gemaakt van klei, maar van een vochtig mengsel van kalk en water dat onder stoomdruk gebakken wordt. Men ziet ze vaak in de gevels van gebouwen uit de vroege 20e eeuw.
Ze hebben een beige, lichtgrijze of lichtjes roze kleur, en bezitten een hoge porositeit waardoor ze vatbaar zijn voor vuil en moeilijk te reinigen zijn.
Technieken | Kalkzandsteen |
---|---|
verzadigde stoom (indien weinig vuil) | (:-)) |
droogstralen met fijne straalmiddelen | (:-|) |
hydropneumatisch stralen | (:-() |
water onder hoge druk | (:-() |
Blauwe kalksteen of “petit granit”
De blauwe hardsteen, zeer dicht, resistent en weinig poreus, is hoofdzakelijk afkomstig uit de streek van Hennuyères: Zinnik, Ecaussines, enz.
In de 19e eeuw wordt hij vrijwel systematisch gebruikt voor de gevelplinten, de lijsten en dorpels van vensters en deuren, de grondvlakken en consoles van balkons. Zijn uitstekende geschiktheid voor behouwing zorgt voor een grote keuze aan afwerkingen.
Technieken | Blauwe hardsteen |
---|---|
verzadigde stoom (indien weinig vuil) | (:-)) |
droogstralen met fijne straalmiddelen (behalve indien gladde afwerking) | (:-)) |
hydropneumatisch stralen (behalve indien gladde afwerking) | (:-|) |
water onder hoge druk (indien weinig vuil) | (:-)) |
Witte kalksteen
Tot het midden van de 19e eeuw komt de witte steen vooral uit onze streken. De Balegemse steen, en daarna de Gobertingse steen, worden met name gebruikt voor de bouw en de restauratie van grote burgerlijke en religieuze monumenten.
Vanaf 1870 is de Franse witte steen steeds meer aanwezig. De hardheid en porositeit van witte steen variëren sterk.
Technieken | Zachte witte kalksteen | Harde witte kalksteen |
---|---|---|
verzadigde stoom (indien weinig vuil) | (:-)) | (:-)) |
droogstralen met fijne straalmiddelen | (:-|) | (:-)) |
hydropneumatisch stralen | (:-() | (:-|) |
water onder hoge druk | (:-() | (:-() |
herhaalde waterverstuiving (indien weinig vuil) | (:-)) | |
Simili pleister
De simili pleisters verschijnen enkele jaren vóór de Eerste Wereldoorlog en kennen hun glorietijd in de jaren 20-30.
Ze bestaan uit een mortel op basis van cement en kalk waaraan een aggregaat van steen wordt toegevoegd om het uitzicht van deze laatste te imiteren. Ze worden toegepast op baksteenmetselwerk en op gewapend beton. Schijnvoegen worden met het voegijzer getrokken in de nog verse pleister.
Deze schijnvoegen kunnen opgevuld worden met een mortel van een andere kleur. De afwerking van de mortel verbetert de textuur van het materiaal bij het plaatsen (borstelen, enz.) of na het drogen (beitelen, enz). Deze pleisters mogen in geen geval geverfd worden.
Techniques | Simili pleister |
---|---|
verzadigde stoom (indien weining vuil) | (:-)) |
droogstralen met fijne straalmiddelen | (:-)) |
hydropneumatisch stralen | (:-|) |
Sierbeton
Na de Tweede Wereldoorlog verdient het prefabbeton zijn sporen als materiaal voor gevelbekleding.
Zijn oppervlak kan glad zijn of ruw wanneer het gewassen werd vóór het einde van de verharding om het aggregaat er weer uit te halen.
Er zijn twee productfamilies: de bekledingsplaten die op de draagstructuur worden bevestigd door middel van metalen haken, en de elementen in architectonisch beton die zelf voor de draagfunctie van de gevel zorgen.
Techniques | Beton met zichtbare fijne granulaten | Beton met grote zichtbare granulaten |
---|---|---|
verzadigde stoom | (:-)) | (:-() |
droogstralen met fijne straalmiddelen | (:-)) | (:-)) |
hydropneumatisch stralen | (:-|) | (:-|) |
water onder hoge druk (indien weinig vuil) | (:-)) | (:-() |
Metselvoegen
Tot de Eerste Wereldoorlog zijn de voegen gewoonlijk samengesteld uit een kalkmortel. Daarna worden bastaardmortels (kalk en cement) frequent gebruikt.
De voeg moet tegelijk de regenwaterinfiltratie in de muur beperken en zijn droging bevorderen dankzij een hoge waterdampdoorlaatbaarheid.
Er is een ruime waaier aan voegen met verschillende vormen die de gevel expressie geven.
Aandachtspunt
De keuze van de reinigingstechniek moet rekening houden met de weerstand van de voegen om, voor zover mogelijk, hun conservering te verzekeren.