Naast de rechten die voortvloeien uit de mandeligheid zijn er ook plichten.
Lasten der gemeenheid
Elke naburige mede-eigenaar is gehouden om zowel financiële als materiële verplichtingen die betrekking hebben op de gemene muur na te leven. Dit zijn de zogenaamde “lasten der gemeenheid”.
Beide eigenaars verdelen onder elkaar de gewone lasten en de herstellings- en wederopbouwkosten, ongeacht of zij te wijten zijn aan veroudering van de muur of aan het toeval. Indien de herstellingswerken echter vereist zijn door handelingen van één van de buren, komen deze uitsluitend te zijner laste (art. 3.112 van het nieuwe Burgerlijk Wetboek, voorheen art. 655 van het oude Burgerlijk Wetboek).
Degene die niet meer wil delen in de kosten voor de gemene muur kan afstand doen van de eigendom ervan, tenzij hij deze muur blijft gebruiken of als er herstellingen aan de muur nodig zijn als gevolg van zijn handelingen.
Dit stelt hem vrij van de kosten van grove herstellingen en wederopbouwingen (in het verleden of in de toekomst) en van toekomstige lasten, maar niet van lasten uit het verleden die nog niet betaald zijn (onderhoud, instandhouding). Dit staat bekend als de “afstand” en wordt bepaald in art. 3.112, lid 2 van het nieuwe Burgerlijk wetboek (voorheen art. 656 van het oude Burgerlijk Wetboek).
De akte van afstand van mandeligheid wordt verleden voor een notaris om te zijn. De buur kan hem, als hij dat wenst, de afstand weigeren en in plaats daarvan eisen dat de muur op gezamenlijke kosten wordt afgebroken.
In geval van beschadiging
Toute intervention dégradant le mur mitoyen entraînera la responsabilité de l’auteur, qui devra répondre des conséquences de son acte et réparer le mur mitoyen à ses frais.
En cas de faute, la partie ayant subi le dommage aura droit à une réparation intégrale de son dommage pour autant que le lien entre la faute et le dommage soit établi.
En exécutant des travaux, le copropriétaire peut avoir causé à son voisin un trouble qui rompt l’équilibre existant entre les deux propriétés voisines, sans pour autant avoir commis de faute. Par exemple, le placement d’installations techniques sur le mur mitoyen sans précautions contre les vibrations peut engendrer un problème de bruits de voisinage, ou l’évacuation de fumées de combustion peut créer des odeurs. Dans ce cas, un juge saisi pourra condamner l’auteur du trouble au paiement d’une compensation, voire interdire ce trouble ou ordonner des mesures pour ramener le trouble à un niveau normal (art. 3.101 du nouveau Code civil).