Keuze van isolatiemateriaal
Er zijn een aantal criteria die u kunnen helpen bij de keuze van isolatie: de isolerende eigenschappen (lambdawaarde), de samenstelling (petrochemisch, mineraal, plantaardig,…), de afwerking, de kostprijs en de dikte (gekoppeld aan de beschikbare hoogte onder het plafond).
Eerst en vooral moet u de juiste isolatie kiezen voor het type vloer en de techniek die u hebt gekozen.
Wanneer de isolatie in een houten constructie wordt geplaatst, verdienen soepele, halfharde of losse materialen de voorkeur omdat ze de onregelmatigheden van de constructie volgen (zonder luchtzak) en daardoor betere thermische prestaties leveren.
Aan de andere kant, als de isolatie tegen een betonnen wordt gelegd, kan de keuze vallen op harde isolatie, die gemakkelijker te installeren is.
Duurzame constructie
Als u een ecologische bouwaanpak wilt, kunt u het beste kiezen voor biobased isolatiematerialen, gemaakt van plantaardig materiaal (hout-, gras- of hennepvezel, kurk) of isolatie afkomstig van recycleercentra (cellulosewatten van papier en karton, gerecycleerde textielpanelen, enz.).
Het Europese FAI-Re project heeft fiches ontwikkeld waarin de milieu- impact en eigenschappen van materialen worden vergeleken: fai-re.eu
Hoe dik moet de isolatie zijn?
Controleer de warmtegeleidingscoëfficiënt λ (lambda) en de warmteweerstand R, die worden gebruikt om de thermische prestaties van een isolatiemateriaal en de toegang tot bestaande premies te beoordelen.
- λ (uitgedrukt in W/mK) kenmerkt het vermogen van een lichaam om warmte te geleiden. Hoe kleiner λ, hoe beter het materiaal isoleert.
- R (uitgedrukt in m2K/W) vertegenwoordigt de weerstand van een materiaallaag tegen de doorgang van warmte. Hoe hoger de R-waarde, hoe beter de isolerende laag.
- U = 1/R (uitgedrukt in W/m2K) U is de warmtedoorgangscoëfficiënt van een muur. Hoe lager de U-waarde, hoe efficiënter de muur. U is het omgekeerde van de warmteweerstand R van de muur.
Dikte voor een R-waarde ≥ 3.5 m2K/W (RENOLUTION- premie)
Soort isolatie | Los | Soepel | Hard | λ-coëfficiënt (W/mK) | Dikte |
---|---|---|---|---|---|
Cellulose | ((v)) | ((v)) | ((x)) | 0,037 tot 0,041 | 15 tot 17 cm |
Kurk | ((v)) | ((x)) | ((v)) | 0,032 tot 0,045 | 13 tot 18 cm |
Houtvezel | ((v)) | ((v)) | ((v)) | 0,036 tot 0,043 | 15 tot 18 cm |
Glas- of steenwol | ((v)) | ((v)) | ((v)) | 0,030 tot 0,045 | 11 tot 16 cm |
Geëxpandeerd polystyreen (EPS) | ((v)) | ((x)) | ((v)) | 0,030 tot 0,038 | 11 tot 16 cm |
Geëxtrudeerd polystyreen (XPS) | ((x)) | ((x)) | ((v)) | 0,028 tot 0,038 | 10 tot 14 cm |
Polyurethaan (PUR) Polyisocyanuraat (PIR) | ((x)) | ((x)) | ((v)) | 0,023 tot 0,029 | 9 tot 11 cm |
Resolschuim | ((x)) | ((x)) | ((v)) | 0,022 tot 0,038 | 9 tot 16 cm |
Afwerking en luchtdichtheid
De afwerking van het (bijvoorbeeld met gipsplaat) is niet verplicht,
maar heeft als voordeel dat het een betere garandeert en de isolatie beschermt.
Brandreactie
In bepaalde ruimten, zoals garages of stookruimten, is het risico op brand groter. Daarom is het noodzakelijk om materialen te gebruiken met een goede (hetzij de isolatie, hetzij een afwerking).
Kies bij voorkeur een onbrandbaar of nagenoeg onbrandbaar product, in overeenstemming met de Europese classificatienorm EN 13501-1.
Materialen met een brandreactie Euroklasse A1 of A2-s1-d0 voldoen aan deze criteria.
De technische fiche van het product geeft informatie over de klasse en het vermogen om vlammen te weerstaan en erop te reageren. De isolatie zelf kan de vereiste eigenschappen hebben of kan worden afgewerkt om goede brandvertragende eigenschappen te verkrijgen.
Er bestaan ook panelen die geschikt zijn voor dit doel, bestaande uit isolatie met een afwerking (bijvoorbeeld steenwol met een laag behandelde houtvezel).