De zoldervloer isoleren, een makkelijk uit te voeren techniek!
In een niet-geïsoleerd huis is het warmteverlies het grootst via het dak.Het dak isoleren is dus een prioriteit!
Als de zolder niet is ingericht, kunt u beter de vloer isoleren dan de dakhellingen. Dit voorkomt warmteverlies van de verwarmde ruimten naar de zolder.
In deze brochure vindt u de verschillende mogelijke technieken en praktisch advies over hoe u uw zoldervloer het beste kunt isoleren.

Waarom de vloer van de zolder isoleren?
Energie- en financiële besparing
De vermindering van het leidt automatisch tot een vermindering van het energieverbruik.
Deze techniek is goedkoper dan isolatie van hellende daken, vooral vanwege het kleinere te isoleren oppervlak.
Deze optie is eenvoudig uit te voeren en wordt meestal gekozen wanneer u de werkzaamheden zelf wilt uitvoeren. Een ander voordeel van deze techniek is dat de werkzaamheden binnen het gebouw worden uitgevoerd en dus onafhankelijk zijn van de weersomstandigheden.
De zoldervloer isoleren wordt afgeraden wanneer zich technische apparaten op zolder bevinden (verwarmingsketel, ventilatiegroep, boiler…). Enerzijds is het af te raden om de geïsoleerde vloer te doorboren met leidingen of buizen, omdat dit en risico’s van zou veroorzaken. Anderzijds is de efficiëntie van deze
apparaten beter wanneer ze zich in het verwarmde volume bevinden.

Isolatie van de zolder: impact op het verwarmde volume.
Als u kiest voor isolatie van het hellende dak, raadpleeg dan onze advies « Hellend dak – Renovatie en isolatie ».
Het hellede dak isoleren
Welke zolderisolatietechniek kiezen?
De keuze van de isolatietechniek voor de zoldervloer hangt af van de bestaande situatie. Merk op dat sommige technieken geschikter zijn, afhankelijk van het materiaal van uw vloer.
Isoleren op een houten vloer

- Afwerking vloer
- Isolatie
- Dampscherm
- Bestaande structuur in hout of beton
Isoleren op een betonnen vloer

- Afwerking vloer
- Isolatie
- Dampscherm
- Bestaande structuur in hout of beton
Isoleren in de dikte van de houtstructuur door langs onder te werken

- Afwerking vloer
- Isolatie
- Dampscherm
- Bestaande structuur in hout of beton
- Plafondafwerking
Isoleren in de dikte van de houtstructuur door langs boven te werken

- Afwerking vloer
- Isolatie
- Dampscherm
- Bestaande structuur in hout of beton
Isoleren op de houten of betonnen vloer
Deze eenvoudig toe te passen techniek bestaat uit het plaatsen van soepele of harde isolatie op een bestaande vloer (houten of betonnen vloer) zonder in te grijpen in de afwerking van de benedenverdieping.
Een mogelijk nadeel is het verminderde opslagvolume.

© Dialoog vzw
- Soepel membraan
- Vloerplaat
- 2e isolatielaag
- 1e isolatielaag
- Houtstructuur
- Dampscherm
- Leiding en kabel
- Pleister op latwerk

© Dialoog vzw
- Soepel membraan
- Vloerplaat
- 2e isolatielaag
- 1e isolatielaag
- Leiding en kabel
- Dampscherm
- Betonvloer
- Pleister
Isolatie langs onderen: een slechte optie.
Het wordt afgeraden om een betonnen vloer vanaf de onderkant (warme kant) te isoleren. Deze techniek brengt te veel risico’s van condensatie en koudebruggen met zich mee. Bovendien kunt u zo niet profiteren van de van de vloer.
Isoleren in de dikte van de houten structuur langs onder
Bij deze techniek wordt de isolatie in de houten vloerconstructie geplaatst die van onder wordt bereikt vanaf de benedenverdieping.
Hierdoor blijft de afwerking van de zoldervloer behouden, evenals het oorspronkelijke opslagvolume.
Het is echter niet mogelijk om de plafondafwerking te behouden, wat een nadeel kan zijn als er lijstwerk of rozetten op het plafond zijn aangebracht.

© Dialoog vzw
- Vloerplaat
- 2e isolatielaag
- 1e isolatielaag
- Houtstructuur
- Dampscherm
- Leiding en kabel
- Plafondpanelen
Isoleren in de dikte van de houten structuur langs boven
Bij deze techniek wordt de isolatie in de houten vloerconstructie geplaatst die van boven bereikt wordt vanaf de zolder.
Hierdoor kan de plafondafwerking van de benedenverdieping worden behouden zonder dat het oorspronkelijke opslagvolume te veel wordt verminderd.

© Dialoog vzw
- Soepel membraan
- Vloerplaat
- 2e isolatielaag
- 1e isolatielaag
- Houtstructuur
- Dampscherm
- Leiding en kabel
- Pleister op latwerk
Welke elementen moeten worden toegepast?
Voor het isoleren van een zoldervloer moeten drie elementen worden aangebracht: het , de thermische isolatie en de afwerking.
Compatibele componenten kiezen
Al deze componenten vormen een geheel: elk ervan moet worden gekozen op basis van zijn eigenschappen en die van de andere (warmteweerstand, waterdampdoorlaatbaarheid…).
Het dampscherm
Het dampscherm is een folie of een OSB (Oriented Strand Board). Het wordt altijd tegen de isolatie geplaatst, aan de warme kant, zonder luchtlaag.
Het dampscherm :
- zorgt voor luchtdichtheid, d.w.z. het voorkomt de circulatie van lucht van de binnenkant naar de buitenkant van de muur. Dit beperkt het warmteverlies dat gepaard gaat met deze ongecontroleerde luchtstromen;
- beperkt de migratie van waterdamp door de lagen waaruit de vloer bestaat en dus het risico van inwendige condensatie. Deze laatste zou permanent vochtige zones in de muur creëren, waardoor de thermische prestaties van de isolatie zouden verminderen en in sommige gevallen de muur zou worden aangetast (bijvoorbeeld: schimmel)
Dampdoorlaatbaarheid: µ, d en Sd
µ (« mu ») geeft de waterdampdoorlaatbaarheid van een materiaal weer.
De hoeveelheid waterdamp die zich verspreidt doorheen een bepaald materiaal hangt niet alleen af van de µ-waarde van het materiaal, maar ook van de dikte d (uitgedrukt in meter).
De equivalente diffusiedikte μd of Sd uitgedrukt in meter) geeft de weerstand tegen waterdampdiffusie aan van een materiaal van een bepaalde dikte.
µd = µ x d
Hoe kleiner µd of Sd, hoe dampopener het materiaal is.
De waterdampdoorlaatbaarheid van het dampscherm wordt weergegeven in de μd— of Sd-waarde. Deze waarde varieert van 2 m voor een dampscherm met hoge waterdampdoorlaatbaarheid en tot meer dan 200 m voor een dampscherm met lage doorlaatbaarheid. Wanneer de μd-waarde klein is, spreekt men over het algemeen van een damprem.
Sommige dampschermen hebben een μd -waarde die kan variëren afhankelijk van de luchtvochtigheid en de temperatuur, gaande van 0,25 m tot meer dan 10 m. Dit wordt een genoemd.
Momenteel bestaat er geen consensus over het niveau van doorlaatbaarheid (lage of hoge dampdoorlaatbaarheid) van het te plaatsen dampscherm. Alleen voor ruimtes met een hoge luchtvochtigheid en/of onvoldoende ventilatie zijn specialisten het eens over het gebruik van een dampscherm dat weinig waterdampdoorlaatbaar is.
Aanbrengen van het dampscherm
Ongeacht het gekozen dampscherm is het van groot belang dat de installatie zorgvuldig wordt uitgevoerd om een perfecte luchtdichtheid te garanderen.
Het dampscherm moet doorlopend worden geplaatst, zonder openingen of luchtzakken. Tussen de folies van het dampscherm, en tussen het dampscherm en de andere bouwelementen moeten dichte verbindingen gemaakt worden.
Bij de techniek « Isoleren op de houten of betonnen vloer », wordt het dampscherm op de vloer geplaatst voordat de isolatie wordt aangebracht. Het wordt gevouwen en hermetisch loodrecht aangebracht op de omringende muren over de hoogte van het isolatiecomplex.
Het dampscherm is essentieel, behalve wanneer de vloer zelf perfect lucht- en dampdicht is (bijvoorbeeld: betontegel zonder openingen).
Bij de techniek « Isoleren in de dikte van de houten structuur langs onder », wordt het dampscherm tegen de isolatie geplaatst, aan de warme kant. Het wordt gevouwen en hermetisch aangebracht op de bovenzijde van de muren.
Bij de techniek « Isoleren in de dikte van de houten structuur langs boven », wordt het dampscherm in de bestaande houten structuur geplaatst voordat de isolatie wordt aangebracht. Het wordt opgevouwen en hermetisch loodrecht aangebracht op de omringende muren over de hele hoogte van het isolatiecomplex.



De thermische isolatie
Keuze van een isolatiemateriaal
Er zijn talloze isolatiematerialen op de markt. Maar er zijn verschillende parameters die kunnen helpen bij het nemen van een beslissing.
Allereerst is het belangrijk een isolatiemateriaal te kiezen dat geschikt is voor de aanbevolen techniek.
Wanneer de isolatie in een houtstructuur (hoofd- of hulpconstructie) wordt aangebracht, verdienen soepele, halfharde of losse materialen de voorkeur omdat deze goed aansluiten op de onregelmatigheden van de constructie (zonder luchtzakken) en daardoor betere thermische prestaties leveren.
Wordt de isolatie daarentegen op de structuur (hout of beton) aangebracht, dan wordt gekozen voor een harde isolatie die bestand is tegen samendrukking.
Een isolatiemateriaal verantwoord kiezen
Om deel uit te maken van een ecoconstructieproces, is het noodzakelijk een isolatiemateriaal niet alleen te kiezen op basis van zijn thermische, technische en economische eigenschappen. Het effect ervan op het milieu, op de gezondheid van de bewoners en de aannemers moet worden beoordeeld, en dit gedurende zijn hele levensduur.
Duurzaam Bouwmateriaal-bronnen
De website van Duurzame Gebouwen www.gidsduurzamegebouwen.brussels biedt besluitondersteuningsinstrumenten.
Thermische eigenschap van een isolatiemateriaal
De warmtegeleidingscoëfficiënte λ (« lambda ») en de warmteweerstand R laten toe de thermische prestaties van een isolatiemateriaal te beoordelen:
- λ ((uitgedrukt in W/mK) kenmerkt het vermogen van een lichaam om warmte te geleiden. Hoe kleiner λ, hoe beter het materiaal isoleert.
- R (uitgedrukt in m²K/W) geeft de weerstand van een materiaallaag tegen het doorlaten van warmte weer. Hoe groter R, hoe beter de laag isoleert.
R = d/λ
De warmteweerstand R van een isolatielaag is gelijk aan zijn dikte d (uitgedrukt in meter) gedeeld door zijn warmtegeleiding λ.
Eigenschappen volgens de soorten isolatie
| Toestand van de isolatie | los | Soepel | Hard | thermische prestatie λ (W/mK) | dikte R ≥ 4 | µ sec |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Cellulose | ((v)) | ((v)) | ((x)) | 0,037 tot 0,041 | 15 tot 17 cm | 1 tot 2 |
| Kurk | ((v)) | ((x)) | ((v)) | 0,032 tot 0,045 | 13 tot 18 cm | 30 |
| Houtwol | ((v)) | ((v)) | ((v)) | 0,036 tot 0,043 | 15 tot 18 cm | 4 |
| Glas-/steenwol | ((v)) | ((v)) | ((v)) | 0,030 tot 0,045 | 13 tot 18 cm | 1,2 tot 1,5 |
| Geëxpandeerd polystyreen (EPS) | ((v)) | ((x)) | ((v)) | 0,021 tot 0,045 | 13 tot 18 cm | 60 |
| Geëxtrudeerd polystyreen (XPS) | ((x)) | ((x)) | ((v)) | 0,028 tot 0,038 | 12 tot 16 cm | 300 |
| Polyurethaan (PUR / PIR) | ((x)) | ((x)) | ((v)) | 0,023 tot 0,029 | 10 tot 12 cm | 30 |
| Resolschuim | ((x)) | ((x)) | ((v)) | 0,022 tot 0,038 | 9 tot 16 cm | 35 |


Aanbrengen van isolatie
Om koudebruggen te beperken en luchtstromen in de isolatie te voorkomen, is het raadzaam om:
- de isolatie doorlopend en zonder luchtzakken te plaatsen;
- de hulpstructuren te kruisen;
- de voegen van de verschillende isolatielagen te doen verspringen
De afwerking
Aanbrengen van de vloerafwerking
Door de vloerafwerking wordt de isolatie beschermd (tegen knaagdieren, mogelijke waterinfiltratie…) en wordt een luchtdichte afsluiting verkregen om het risico van tocht in het isolatiecomplex te beperken. Deze zouden aanzienlijke warmteverliezen veroorzaken.
De vloerafwerking, of het nu gaat om panelen of een soepele folie, moet dampdoorlatend zijn om het risico van condensatie in de isolatie te beperken.
Ze wordt doorlopend op de harde isolatie of op de hulpstructuur geplaatst.
De vloerplaten (bijvoorbeeld in houtvezel) worden gebruikt om lasten te verdelen en een begaanbaar oppervlak te creëren (daktoegang, opslagruimte…). Er zijn isolatieplaten die al voorzien zijn van een vloerafwerking.
De luchtdichte folie (bijvoorbeeld een onderdak) wordt geplaatst op moeilijk toegankelijke plaatsen, bijvoorbeeld in de onderrand van het dakvlak, op een ontoegankelijke zolder… waar het
leggen van vloerplaten complex is.
Ze moet worden gelegd in continuïteit met de vloerplaten. De verbindingen tussen deze twee elementen worden luchtdicht gemaakt met kleefstrips.

Plaatsen van een plafondafwerking
De plafondpanelen (bijvoorbeeld gipsplaten) worden op de hulpconstructie
(lat, Metal Stud…) bevestigd. Hierdoor ontstaat een technisch vacuüm voor de integratie van leidingen, kabels, … Let erop dat het dampscherm tijdens de installatie niet wordt beschadigd.
Let op voor luchtdichte afwerkingen
In geval van een , moet de binnenafwerking dampopen zijn. Dampdichte verven of vinylbehangpapier moeten dan ook worden vermeden.

Hoe waterdamp binnen de opbouw beheren?
In het algemeen moet bij de volgorde van de plaatsing van materialen rekening worden gehouden met hun waterdampdoorlaatbaarheid, ze moeten worden geplaatst van de meest luchtdichte (warme kant) naar de meest open (koude kant – zolder), om het risico van interne condensatie te voorkomen.
Een meer dampdoorlatende afwerking dan het dampscherm
De vloerafwerking moet meer dampdoorlatend zijn dan het dampscherm. Minstens 6 keer meer doorlaatbaar, idealiter 15 keer.
Meerlagige structuur
Bij gebruik van verschillende isolatielagen moet de meest dampopen isolatie zich aan de kant van de zolder bevinden.

© Dialoog vzw
- Vloerplaat
- Meest dampopen isolatie(bijvoorbeeld: houtwolmatten)
- Minst dampopen isolatie(bijvoorbeeld: polyurethaanplaten)
- Dampscherm
- Plafondpaneel
Toutefois si l’isolant le moins perméable se trouve du côté du grenier, il faut veiller à ce que sa valeur R (résistance thermique) soit 1,5 fois plus élevée que celle de l’isolant côté local chauffé.

© Dialoog vzw
- Vloerplaat
- Minst dampopen isolatie (bijvoorbeeld: polyurethaanplaten) met R2-waarde ≥ 1,5 keer de R1-waarde
- Minst dampopen isolatie(bijvoorbeeld: houtwol) met R1-waarde
- Dampscherm
- Pleister op latwerk
Om een bestaande isolatie te versterken, is het mogelijk om een beperkte isolatielaag onder het dampscherm toe te voegen: de thermische weerstand R van de isolatie boven het dampscherm moet minstens 1,5 keer hoger zijn dan die van de isolatie eronder. Deze methode wordt afgeraden voor vochtige ruimtes.

© Dialoog vzw
- Vloerplaat
- Isolatiemet een R2-waarde ≥ 1,5 keer de R1-waarde
- Dampscherm
- Isolatiemet R1-waarde
- Plafondpanelen
Welke aandachtspunten zijn er vóór en tijdens de isolatie?
Voorbereidende werken
Voordat u met de isolatiewerken begint, moet u:
- De regendichting van het hellend dak controleren. De oorzaken van de infiltratie moeten worden weggewerkt;
- De bestaande vloerconstructie inspecteren op stabiliteit en gezondheid
- (barsten, insecten,zwammen en vocht). Isolatie zorgt voor een extra belasting. Het is aanbevolen een stabiliteitsingenieur in te schakelen om te bepalen of de draagstructuur moet worden versterkt of vervangen;
- Alle eventuele bijkomende werken uitvoeren zoals het slopen van ongebruikte schoorstenen, het aanpassen van de schacht voor het toegangsluik naar de zolder…
- Leidingen en kabels integreren in de bestaande houten structuur. Bij een betonnen vloer kunnen ze op de vloer gelegd worden.
Rookkanaal
Rookkanalen vereisen speciale aandacht om het brandgevaar te beperken, aangezien zij verbrandingsgassen met een hoge temperatuur naar buiten voeren. Rondom het rookkanaal moet onbrandbare isolatie worden aangebracht, zoals minerale wol (Euroklasse brandreactie A1 of A2-s1d0).

- Onbrandbare isolatie
- Ketel
Geluidsiolatie
Thermische isolatiematerialen zijn niet noodzakelijk geluiddsabsorberende materialen. Om te zorgen voor geluidsisolatie tegen luchtgeluid is het namelijk noodzakelijk dat:
- de isolatie soepel, halfhard of los is, met een open celstructuur, wollig of schuimig (bijvoorbeeld: plantaardige, dierlijke en minerale wol). Harde materialen met gesloten cellen (bijv. polystyreen, polyurethaan…) verbeteren de akoestische prestaties van een muur niet en kunnen deze zelfs tenietdoen;
- de vloer- of plafondafwerking zwaar is en ontkoppeld van de hoofdstructuur.
Zie voor meer informatie onze advies « Geluidsisolatie van een Brussels huis verdeeld in appartementen ».
Geluidsisolatie van een Brussels huis verdeeld in appartementen
Onafscheidelijke elementen
Isolatie – Luchtdichtheid – Gecontroleerde ventilatie
Isolation, étanchéité et ventilation
Om goede prestaties op het vlak van thermisch comfort en energiebesparing te bereiken, en tegelijkertijd de kwaliteit van de binnenlucht te handhaven, moet isolatie gepaard gaan met een goede luchtdichtheid en een gecontroleerde ventilatie.
Ventilatie zorgt voor zuurstof en verse lucht en voert CO2, vochtige lucht, vervuiling en geurtjes af, om zo de kwaliteit van de binnenlucht te verzekeren.
Ventilatie is noodzakelijk voor de gezondheid van de bewoners en van het gebouw.

© Plateforme Maison Passive
Voor meer informatie, raadpleeg onze advies « Ventilatie van een te renoveren woning ».
Ventilatie (gezondheid en veiligheid)
Pour plus d’informations, consultez notre brochure « La ventilation d’une habitation en rénovation ».
Welke premies voor het isoleren van de zoldervloer?
Er zijn 45 premies beschikbaar voor renovatie- en besparingswerkzaamheden. Ontdek een overzicht van alle beschikbare premies, kredieten en subsidies in onze Samenvatting van de Premies.
RENOLUTION-premies
Sinds 1 januari 2022 zijn de Energiepremies en de premies voor de renovatie van het woonmilieu en de verfraaiing van gevels samengevoegd tot één systeem: de RENOLUTION-premies.
Materialen een tweede leven geven
De renovatie van woningen, zelfs al zijn ze bescheiden, vormt vaakeen stapelplaats van bouwmaterialen en hulpbronnen: vloeren, deuren, radiatoren, tegelvloeren, balken, bakstenen…
Door valorisatie, hergebruik of recyclage krijgen deze materialen en elementen een nieuw leven, wordt verspilling voorkomen en kan op de productie van nieuwe grondstoffen bespaard worden. Dit is het principe van de circulaire economie!
Raadpleeg onze brochure « Renoveren: herstellen, hergebruiken en recycleren » voor meer informatie en/of vraag inlichtingen
bij onze adviseurs!
Renoveren: herstellen, hergebruiken en recycleren – Een stap naar een circulaire economie
Het Register van de Beroepen van het architecturaal patrimonium
Deze website, gemaakt door Homegrade, stelt meer dan 150 professionelen voor die werkzaam zijn in erfgoedgerelateerde beroepen in Brussel: conservators-restaurateurs, ambachtslieden enz. Referenties en foto’s van bouwwerven helpen u de juiste specialist voor uw project te kiezen.
Homegrade: hoe kunnen wij u helpen?
Homegrade ondersteunt u bij het respectvol renoveren van uw oud gebouw, door erfgoedwaardering en verbetering van de prestaties te verenigen.
Onze diensten:
- Technische diagnose van erfgoedelementen: gevels, schrijnwerk, balkons, glas-in-loodramen, enz.
- Prioritering van de uit te voeren werken om de historische waarde te behouden en tegelijkertijd het comfort en de energieprestaties te verbeteren.
- Analyse van specifieke offertes voor erfgoedrenovatie.
- Informatie over specifieke regelgeving zoals vergunningen, inventarissen of de bescherming van goederen.
- Hulp bij het samenstellen van dossiers voor het aanvragen van premies voor erfgoed.
- Advies voor de beveiliging en het onderhoud van oude uitrustingen, zoals de historische liften.
Publicaties en nuttige links
Onze publicaties in verband met de isolatie van de zoldervloer
- Brochure Ventilatie
- Brochure Renoveren: herstellen, hergebruiken en recycleren
Nuttige links
Meer informatie over huisvesting, leefmilieu, stedenbouw, erfgoed, premies en financiële steun in Brussel:
Woordenschat — Zoldervloer
Beschermde volume
Volume dat alle ruimtes in het gebouw omvat die direct of indirect verwarmd of gekoeld worden. Het wordtafgebakenddoordewandenincontactmetdebuitenomgevingen/ofincontactmetdegrondofniet verwarmde volumes.
Condensatie
Het overgaan van waterdamp in de lucht van een gasvormige toestand naar een vloeibare toestand bij contact met koude wanden.
Dampscherm
Waterdicht membraan dat de migratie van waterdamp door een composietwand tegenhoudt.
Inertie van een materiaal
Vermogen van een materiaal om warmte op te slaan en geleidelijk weer af te geven. Deze eigenschap verbetert het comfort: in de zomer wordt oververhitting voorkomen en in de winter worden schommelingen in de binnentemperatuur beperkt. Er wordt ook energie bespaard (airconditioning in de zomer en verwarming in de winter).
Koudebrug
De koudebrug is de zone van de gebouwschil waar de isolatie zwakker is en een gemakkelijkere doorgang aan warmte biedt. De koudebrug, of bouwknoop, is een koud punt waar waterdamp kan condenseren.
Vochtgestuurde damprem
De vochtgestuurde damprem is in de winter voldoende dampdicht om de migratie ervan naar het dakcomplex te beperken, en in de zomer voldoende doorlaatbaar om het drogen van de isolatie te bevorderen.
REDACTIE
Julie Bindels
Julie De Raymaeker
Céline Raulier