De gevelreiningstechnieken kunnen in drie “families” onderverdeeld worden: reinigen met water, reinigen door het spuiten van een straalmiddel en chemisch reinigen.
De methode moet aangepast worden aan het type van bekledingsmateriaal, aan zijn bewaringsstaat en aan het vervuilingstype. Het is verstandig om vooraf proeven uit te voeren.
Bij de hierna beschreven technieken zijn het reinigen met water onder hoge druk en het waterstralen van granulaten de meest gebruikte.
De meer uitgebreide (en duurdere) methodes zijn meestal voorbehouden aan de beschermde gebouwen, waarvoor specifieke eisen met betrekking tot het respect voor de materialen worden toegepast.
Reinigen met water
Het reinigen met water komt in drie varianten voor, die zich onderscheiden door de hoeveelheid, de temperatuur en de waterdruk.
Herhaalde waterverstuiving
Kleine hoeveelheden water worden op de gevel gespoten onder lage druk (minder dan 10 bar), met tussenpozen en door middel van een reeks sproeiers. Het vuil, dat door het gestraalde water in de vorm van “mist” is losgeweekt, wordt daarna weggespoeld door een waterstraal en kan gepaard gaan met handmatig borstelen.
Aandachtspunt
Het reinigen door herhaalde waterverstuiving maakt een reiniging mogelijk waarbij materialen zoals kalksteen bijna niet aangetast worden. Als de gebruikte waterhoeveelheden te groot zijn, bestaat er een risico op beschadiging van het metselwerk en zelfs aan de binnenkant van het gebouw.
Verzadigde stoom
Verzadigde stoom wordt onder lage druk (2 tot 6 bar) op de gevel gespoten.
Deze techniek maakt het vuil los door de mechanische werking en de hoge temperatuur van de stoom (tussen 120 en 160° C). Het water dat geproduceerd wordt door de condensatie van stoom bij contact met de gevel, doet het vuil wegspoelen.
Weinig ondernemingen beschikken over de nodige uitrusting om deze techniek uit te voeren.
Aandachtspunt
Deze zachte methode bewaart het patina van de materialen. Sterke vervuiling kan er niet door verwijderd worden. De methode is afgeraden voor fijn bewerkte materialen, die door de hoge temperatuur beschadigd zouden kunnen worden.
Water onder hoge druk
Bij deze techniek wordt het vuil verwijderd met een koude of warme waterstraal onder hoge druk (30 tot 100 bar). Van de technieken met water is deze de meest gebruikte, wegens haar relatief lage kostprijs. In de offertes wordt ze soms verward met de reiniging met verzadigde stoom.
Aandachtspunt
De reiniging met water onder hoge druk is toepasbaar op harde materialen. Ze kan de zachte materialen en de metselvoegen beschadigen.
Reiniging door het spuiten van een straalmiddel
Er wordt een straalmiddel met perslucht op de gevel gespoten. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de droge straaltechnieken en de hydropneumatische straaltechnieken (met toevoeging van water).
Droogstralen met fijne straalmiddelen
Bij deze techniek, bekend onder de naam “gommage”, wordt een poeder met een fijne korrelgrootteverdeling (minder dan 100 micron) en meer verwant aan talk dan aan zand, onder lage druk drooggestraald in een persluchtstroom.
Omdat de reiniging meer door wrijving dan door inslag gebeurt, is het schurend effect op de gevel zachter dan bij het waterstralen van granulaten, waardoor zelfs gebeeldhouwde elementen gereinigd kunnen worden.
Deze techniek maakt het gebruik van een afschermings- en afzuigsysteem noodzakelijk, om te verhinderen dat het stof zich verspreidt.
Aandachtspunt
Het droogstralen met fijne straalmiddelen maakt het mogelijk een sterke vervuiling te verwijderen, ook op zachte materialen. Deze techniek is niet geschikt voor gepolijste of verglaasde oppervlakken. Gezien haar hoge kostprijs wordt deze enkel gebruikt voor grote gebouwen of monumenten.
Hydropneumatisch stralen
Deze techniek vindt men in de offertes onder verschillende benamingen terug: hydropneumatisch zandsteenpolijsten, gommage met nat granulaat, hydrogommage, Torbosysteem, enz. De perslucht brengt het straalmiddel in beweging dat, onder lage druk gespoten (maximum 3 bar), de materialen reinigt door de schurende werking. Tegelijk wordt water gespoten om te verhinderen dat stof vrijkomt en om het mengsel van straalmiddel en vuil door afvloeien te verwijderen.
Naast de vakbekwaamheid van de operator die bepalend is, beïnvloeden verschillende parameters de kwaliteit van de reiniging: het soort straalapparaat, het gebruikte straalmiddel en de werkdruk.
Het basisstraalapparaat heeft twee straalmonden die naast elkaar zijn geplaatst, de ene voor het water en de andere voor het straalmiddel. Er zijn uitgebreidere systemen voorzien van straalmonden die de straalhoek van het schurend straalmiddel op de gevel doen wisselen, om de aantasting van het oppervlak van de materialen te beperken.
Het gebruikte straalmiddel is meestal zand van het type “Molzand”. De hardheid van dit straalmiddel beperkt zijn gebruik tot het reinigen van harde materialen. De diameter van de korrels moet tussen 100 en 200 micron liggen, en zelfs 250 micron voor het reinigen van sterke vervuiling op blauwe steen. Het gebruik van zachtere straalmiddelen of van verschillende vormen (calciet, dolomiet, gebroken glas, olivienzand, enz.), zelden gebruikt op de gewone werven, maakt het mogelijk de methode op zachtere materialen toe te passen.
Aandachtspunt
Hydropneumatisch stralen kan goede resultaten geven op harde materialen, maar kan zachte materialen onherroepelijk eroderen (tenzij zachte straalmiddelen gebruikt worden). Deze techniek is niet geschikt voor gladde, gepolijste of verglaasde oppervlakken.
Chemisch reinigen
Bijtende (zure of basische) producten of oppervlakteactieve stoffen (neutrale detergenten), aangebracht met de borstel of in kompresssen, reageren met het vuil en vergemakkelijken zijn verwijdering.
Na een reactietijd die door de fabrikant bepaald is, wordt het product weggespoeld met verzadigde stoom of met water onder hoge druk.
Aandachtspunt
De oppervlakteactieve stoffen vormen in het algemeen weinig risico’s voor de te reinigen onderlagen. Ze zijn doeltreffend op gladde materialen zoals verglaasde baksteen.
Om milieuredenen (vermijden dat gevaarlijke producten in de riolering terechtkomen) en wegens het risico op uitbloeiingen (witte sporen) of kleurwijziging van de materialen, moet het gebruik van bijtende producten in de meeste gevallen vermeden worden.
Bijzondere technieken
Naast de hierboven beschreven technieken zijn er nog heel wat andere minder bekende technieken, bedoeld voor specifieke toepassingen:
- stralen van korrels koolzuurijs (CO2 gestold op -78,5°C) lijkt interessant om verf te verwijderen die oorspronkelijk niet-geverfde onderlagen bedekt;
- schuurpasta op basis van klei is doeltreffend om weinig poreuze en gladde materialen te reinigen, vooral de marmers;
- laserreinigen, waardoor lichtgekleurde steenachtige materialen met donkere plekken gereinigd kunnen worden, wordt gebruikt voor het reinigen van beeldhouwwerken;
- enzymen en bacteriën die al lang in detergenten voor wasmiddelen gebruikt worden, zijn het voorwerp van veelbelovende proeven voor het reinigen van gebouwen.