Koninklijke Sterreenwacht

Ontdek de oorsprong van onze kantoren

Deze teksten werden opgesteld voor de tentoonstelling “De vroegere Koninklijke Sterrenwacht” door de adviseurs van Homegrade, ter gelegenheid van de Open Monumentdagen 2018.

Hoe kunt u onze lokalen bereiken? 

Bekijk de toegankelijkheid van ons infopunt
Vroegere Koninklijke Sterrenwacht

De westelijke vleugel van het observatorium (uitzicht vanuit het noorden), 2004.

© EmDee

1827

Bouw van de vroegere Koninklijke Sterrenwacht

Het gebouw van de vroegere Koninklijke Sterrenwacht, een mooi voorbeeld van neoclassicistische stijl in Brussel, werd vanaf 1827 gebouwd naar de plannen van architect Nicolas Roget. Het was bijna voltooid bij de Belgische onafhankelijkheid in 1830 maar liep schade op tijdens de gevechten en werd getroffen door kogelinslagen en kannonengeschut. Een gedeeltelijk met glas overkapte galerij (vandaag getransformeerd) verbindt twee identieke vleugels die vroeger een schilddak hadden en uitgerust waren met een observatietorentje met openschuifbaar dak. Op het einde van de 19de eeuw verloor het complex zijn functie na de bouw van een nieuw observatorium in Ukkel dat in 1890 in gebruik werd genomen. Het gebouw kreeg een nieuwe, administratieve bestemming en de tuin werd een openbaar park.

1990

Renovatie van het gebouw

2018

Verhuizing van Homegrade naar de vroegere Sterrenwacht

Sinds begin 2018 zijn in het gebouw de kantoren van Homegrade gevestigd, het advies- en begeleidingscentrum voor privéhuisvesting in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

DOCUMENTATIE OVER DE KONINKLIJKE STERRENWACHT

Wilt u er meer over weten? Bekijk de documentatie die Homegrade heeft samengesteld

De keuze van de plaats

In de jaren 1820-1830 worden in Brussel verschillende wetenschappelijke instellingen opgericht. De astronoom Quetelet verdedigt vanaf 1823 de oprichting van een observatorium. In samenwerking met de regering der Nederlanden besluit de Stad om dit te vestigen op een terrein op de grens van haar grondgebied tussen de Schaarbeeksepoort en de Leuvensepoort.

Quetelet zou echter de voorkeur hebben gegeven aan een locatie verder weg van de stedelijke omgeving, op de heuvels van Schaarbeek. Terwijl de Kruidtuin nog maar net is aangelegd, gaat de bouw van het observatorium in 1827 van start.

Ontworpen als een monument om de stad te verfraaien, staat het aan een weelderige beplante boulevard op de oude stadswallen, vlakbij het Barricadenplein. De Middaglijnstraat wordt zo getraceerd dat de waarnemingsas voor de meridiaankijker vrij is. Andere straten met suggestieve namen palmen het landschap van Sint-Joost-ten-Node Observatoriumlaan, Poolstraat, Sterstraat, Staartsterstraat…

Het platteland domineert de buitenwijken tijdens de bouw van het observatorium. Uitzicht vanaf de toekomstige Koningsstraat op de Kruidtuin. Nieuwe Kruidtuin, tekening van P. Vitzthumb, 1827.

© Koninklijke Bibliotheek van België.

  • Oprichtingsakte

    Oprichtingsakte van het observatorium van 8 juni 1826 ondertekend door koning Willem I der Nederlanden.

    Koninklijke sterrenwacht van België

  • De Kruidtuinlaan

    Gravure uit La Belgique monumentale, historique et pittoresque, éd. A. Jamar et Ch. Hen, Bruxelles, 1844, t.I.

    © Koninklijke Bibliotheek van België.

  • Geometrische plannen – 1835-1836

    De nieuwe straten rond het observatorium die rond 1830 werden ontworpen, werden in minder dan 10 jaar gebouwd.

    Geometrische plannen van Brussel, W.B. Craan. Lithografieën van Ph. Vandermaelen, 1835-1836 et 1844. © Archief van de Stad Brussel.

  • Geometrische plannen – 1944

    De nieuwe straten rond het observatorium die rond 1830 werden ontworpen, werden in minder dan 10 jaar gebouwd.

    Geometrische plannen van Brussel, W.B. Craan. Lithografieën van Ph. Vandermaelen, 1835-1836 et 1844. © Archief van de Stad Brussel.

  • Luchtaanzicht van Brussel

    Het observatorium (links op de afbeelding) ligt zowel dicht bij als afgeschermd van de Observatoriumlaan en Kruidtuinlaan. Luchtaanzicht van Brussel vanuit een ballon aan het Noordstation.

    Tekening van Alfred Guesdon. Lithografie van Canelle, 1847-1848. © Archief van de Stad Brussel.

Het observatorium ingehaald door de stad

De vrees van Quetelet wordt bewaarheid, de buitenwijken van de stad verstedelijken zeer vlug en de omgeving van het observatorium wordt omgevormd tot welvarende wijken. De instelling ondervindt hinder door “de drukte van de straten als gevolg van het verkeer, de lichtvervuiling, het lawaai, de rook, de nieuwsgierigheid van voorbijgangers”.

Geremd in haar mogelijkheden tot uitbreiding slaagt ze er niet langer in om te beantwoorden aan de snelle vooruitgang van de wetenschappen, en vanaf 1879 beslist de overheid om haar niet langer meer van het nodige te voorzien. De instelling verhuist naar de heuvels van Sint-Job in Ukkel. De boulevards worden geleidelijk voorzien van trams, maar ze behouden hun karakter van en groene en aangename wandelweg tot het midden van de 20e eeuw. Het door nieuwe huurders geherinvesteerde voormalige observatorium behoudt zijn hoofdingang aan de boulevard.

In 1881 werden de voorsteden van Brussel volledig gebouwd. Bruxelles et ses environs, Institut cartographique militaire, 1881.

© Archief van de Stad Brussel.

  • Spotprent

    A. Quetelet, de sterrenkundige afgezonderd in zijn observatorium. Spotprent.

    Anonieme lithografie, omstreeks 1855. Koninklijke sterrenwacht van België.

  • Het oude observatorium

    Gebouw na de verhuizing van het observatorium. De daken werden veranderd en de observatietorentjes werden verwijderd om plaats te maken voor een nieuwe verdieping.

    Prentbriefkaart, tussen 1890 en 1910. Koninklijke sterrenwacht van België.

  • Sterrenkundelaan

    De wijk trekt de burgerij aan die er herenhuizen bouwt. Huizenrij aan de Sterrenkundelaan (momenteel gesloopt).

    Foto uit L’Emulation, 1910, pl. VIII. Brussel Stedenbouw Erfgoed, Documentatiecentrum.

  • Kruidtuinlaan

    Kruidtuinlaan, omstreeks 1928.

    DEMEY Th., Bruxelles. Chronique d’une capitale en chantier, vol.2, éd. Paul Legrain, 1992, p.11.

  • Schaarbeeksepoort

    Schaarbeeksepoort, uitzicht vanaf de Kruidtuinlaan naar het observatorium.

    Prentbriefkaart, s.d. Verzameling Belfius Bank © ARB- BUP/BSE.

Een stadssnelweg

De transformatie van de beplante boulevards tot echte stadssnelwegen wijzigt het gezicht van de wijk ingrijpend. Het graven van de tunnel Queteletplein – Schaarbeeksepoort tussen 1956 en 1957 gebeurt parallel met de bouw van de eerste torens. De schaal van de stad verandert. Het observatorium is nu losgekoppeld van de neoklassieke wijk die uit dezelfde tijd is op het grondgebied van de Stad Brussel, meer bepaald van het Barricadenplein. De verplaatsing van zijn hoofdingang aan de noordgevel naar de Middaglijnstraat bekrachtigt deze evolutie. Het gebouw lijkt geïsoleerd in het midden van een groene oase omringd door autoverkeer. Projecten met suggestieve namen als “BYE BYE Kleine Ring” verdedigen vandaag de herinvoering van levenskwaliteit en zachte mobiliteit langs de boulevards, en proberen de kloof tussen Brussel en de omliggende gemeenten te dichten.

Luchtfoto van de Bischoffsheimlaan richting Madouplein, 1988.

Brussel Stedenbouw Erfgoed, Documentatiecentrum.

  • Bischoffsheimlaan – Graven van de tunnel

    Bischoffsheimlaan, uitzicht op de Galileelaan : graven van de tunnel. Queteletplein – Schaarbeeksepoort, omstreeks 1956-1957.

    DEMEY Th., Bruxelles. Chronique d’une capitale en chantier, vol.2, éd. Paul Legrain, 1992, p.15.

  • Luchtfoto’s – 1953 et 1971

    Luchtfoto. In 1953 (links) wordt de centrale weg in tweeën gesplitst en in 1971 (rechts) worden de Kleine Ring en de tunnel aangelegd. De huizen aan de Galileelaan worden vervangen door een kantoorgebouw.

    Brussel Stedenbouw Erfgoed, Documentatiecentrum.

  • Luchtfoto’s – 1988

    Luchtfoto van de Bischoffsheimlaan richting Madouplein, 1988.

    Brussel Stedenbouw Erfgoed, Documentatiecentrum.

  • Project van het collectief BYE BYE Kleine Ring

    Project van het collectief BYE BYE Kleine Ring, Henri Fricksquare verbinden met Barricadenplein en uitbreiden tot aan de Kruidtuin en het Madouplein.

    http://byebye.kleinering.be/noordoosten, 2017-2018.

Teken mij een observatorium…

De architecten van het begin van de 19e eeuw stonden voor de uitdaging om gebouwen te ontwerpen voor nieuwe doeleinden: treinstations, scholen, gerechtsgebouwen… Ter voorbereiding van het project van het observatorium reist Adolphe Quetelet rond en verzamelt hij documentatie over soortgelijke instellingen in Europa. Hij geeft zijn vragen door aan de architect van de Stad Brussel, Nicolas Roget, die de plannen tekent. Deze laatste ontwerpt twee hoofdgebouwen die met elkaar verbonden zijn door een galerij waarin de twee meridiaankijkers zijn ondergebracht.

De vleugel aan de kant van de boulevard is bestemd voor de woonplaats van de familie Quetelet, terwijl de werkruimtes zijn ondergebracht in de vleugel die uitgeeft op de Sterrenkundestraat. In de daken van de twee volumes is een cylindrische koepel met schuifdak gemaakt. De briefwisseling tussen Quetelet en de stadsarchitect getuigt van de moeilijkheden die zich hebben voorgedaan bij de uitvoering van het toekomstige project.

Plan van het observatorium waarin Quetelet de indeling van de ruimtes vermeldt en de plaats van de instrumenten bepaalt.

Gravure van Simonau et Toovey, in : Annales de l’Observatoire Royal de Belgique, 1857, t.XI, pl.3.

  • Foto van de westelijke vleugel van het gebouw

    Foto van de westelijke vleugel van het gebouw (kant Observatoriumlaan) tijdens de verhuizing, omstreeks 1890.

    © Archief van de Stad Brussel.

  • Foto van de oostelijke vleugel van het gebouw

    Foto van de oostelijke vleugel van het gebouw (kant Sterrenkundestraat) met bovenop de koepel waarin zich de equatoriaal bevindt, vóór 1890.

    Koninklijke sterrenwacht van België.

  • Tekeningen van Quetelet – Observatietorentjes

    Schets van de hand van Quetelet, gemaakt in Engeland. Men ziet de observatietorentjes en de openingen voor de meridiaanlijnen, 1827.

    Koninklijke sterrenwacht van België.

  • Tekeningen van Quetelet – Installatie van de equatoriaal

    Tekening van Quetelet met instructies voor de installatie van de equatoriaal van het oostelijke torentje, 1832.

    © Archief van de Stad Brussel.

  • Figuratieve plattegrond

    Het observatorium en zijn tuin bevinden zich binnen de octrooiomheining die tot 1860 de Stad Brussel omgeeft. De ingang van de site is aan de Observatoriumlaan.

    Figuratieve plattegrond van de sterrenwacht van Brussel, Alfred Cluysenaar, 1841. Documentatiecentrum van Brussel Stedenbouw Erfgoe

  • Plan van benedenverdieping

    Plan van het observatorium waarin Quetelet de indeling van de ruimtes vermeldt en de plaats van de instrumenten bepaalt.

    Gravure van Simonau et Toovey, in : Annales de l’Observatoire Royal de Belgique, 1857, t.XI, pl.3.

De neoklassieke stad

De architectuur van het einde van de 18e en het begin van de 19e eeuw getuigt van een hang naar de vormen van de Griekse en Romeinse oudheid, die op dat ogenblik herontdekt worden door de eerste archeologische opgravingen. De belangrijke monumenten worden dan gekenmerkt door de aanwezigheid van frontons en zuilengangen. Onder zijn discrete verschijning van voorstedelijke villa heeft het observatorium ook gevels geïnspireerd door de antieke woordenschat, met ramen met daarboven bogen op de begane grond en pilasters op de verdieping. Het verschilt van de huizen van de omliggende straten, die veel soberder zijn.

De toenmalige stedenbouwkundige voorschriften verplichten de eigenaar immers om zijn gevel in een totaalproject op te nemen: ze schrijven pleisterwerk voor die in een lichte kleur zijn geschilderd en beperken strikt de uitstekende delen. Elegante timmer- of smeedwerkdetails verlenen elke gevel evenwel discreet een persoonlijk karakter. Het neoclassicisme duurt in de courante bebouwing voort tot aan het einde van de 19e eeuw.

J.-N.-L. Durand stelt een compositiemethode voor gebaseerd op een regelmatig stramien en de herhaling van modulaire elementen, die een aanzienlijke invloed zal hebben op de neoklassieke architectuur.

J.-N.-L. DURAND, Précis des leçons d’architecture [1802-1805], Paris, 1840, vol.1, pl.2.

  • Plan van gevel

    Gevels van het observatorium, plannen van Nicolas Roget, 1827.

    Brussel Stedenbouw Erfgoed, Documentatiecentrum.

  • Plan van doorsnede

    Brussel Stedenbouw Erfgoed, Documentatiecentrum.

    Doorsnede van het observatorium, plannen van Nicolas Roget, 1827.

  • Neoklassieke gevels – Gietijzeren handgreep

    Gietijzeren handgreep met motief van musicerende engelen. Grensstraat 49, Sint-Joost-ten-Node.

    Foto Homegrade.

  • Neoklassieke gevels – Gevels

    Neoklassieke gevels zonder lijstwerk uit de eerste helft van de 19e eeuw. Sint-Alfonsstraat, Sint-Joost-ten-Node.

    Foto Homegrade.

  • Barricadenplein

    Barricadenplein (vroegere Oranjeplein). De privé-woningen zijn door Nicolas Roget kort vόόr het observatorium gebouwd en zijn tot een monumentaal geheel samengevoegd.

    Tekening van Canelle – Lithografie van Simonau en Toovey, in : DANCKAERT L., Bruxelles, Cinq siècles de cartographie, éd. Lannoo, Bruxelles, 1989, pp.102-103.

De opeenvolgende bezettingen van het gebouw

Het gebouw is in 1832 nog niet helemaal af wanneer Adolphe Quetelet, aangesteld tot directeur, er zich vestigt en met zijn observaties start. Budgettaire problemen en de schade als gevolg van de gevechten van de Septemberdagen hebben immers de werkzaamheden vertraagd. Pas in 1836 wordt het gebouw voltooid en is het volledig operationeel. Na de verhuizing van het observatorium in 1890 volgen verschillende jaren van leegstand. Het gebouw wordt dan getransformeerd, de torentjes worden verwijderd en het dak gewijzigd. Het wordt in 1909 in gebruik genomen door het Ministerie van Landbouw dat er in de jaren 70 nog steeds gevestigd is.

Tijdens deze jaren ontsnapt de site aan verschillende sloopprojecten. In 1990, na een nieuwe periode van leegstand, verhoogtde Regie der gebouwen de centrale vleugel met één verdieping en verandert ze het interieur grondig om er een ministerieel kabinet te installeren.

Een privébedrijf koopt het in 2002 en verhuurt het als kantoorgebouw.

Heden ten dage zijn de activiteiten van Homegrade hier gevestigd.

Septemberdagen van 1830 die tot de onafhankelijkheid van België leiden. De revolutionairen schieten vanuit de ramen van het Observatorium.

Tekening van Paul Lauters. Lithografie van Simonau, s.d. Koninklijke sterrenwacht van België.

  • Het observatorium aan de zuidkant

    Het observatorium gezien vanuit de tuin, zuidkant. W. Brown. Imprimeur M. Weissenbruch.

    © Archief van de Stad Brussel.

  • Gebouw

    Gebouw waarin het Ministerie van Landbouw gehuisvest is, 1930.

    Brussel Stedenbouw Erfgoed, Documentatiecentrum.

  • Brief van Victor Horta – Project 1

    Wanneer de eerste minister van plan is het toenmalige gebouw van het Ministerie van Landbouw af te breken voor een nieuw, groter en moderner gebouw op dezelfde plaats, verzet de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen zich daartegen. Zij ziet het als een ideale locatie voor de bouw van de Koninklijke Bibliotheek. Victor Horta ontwerpt in dit kader twee projecten. Brief van 3 mei 1936 van Victor Horta aan de voorzitter van de KCML.

    Brussel Stedenbouw Erfgoed, Documentatiecentrum.

  • Brief van Victor Horta – Project 2

    Wanneer de eerste minister van plan is het toenmalige gebouw van het Ministerie van Landbouw af te breken voor een nieuw, groter en moderner gebouw op dezelfde plaats, verzet de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen zich daartegen. Zij ziet het als een ideale locatie voor de bouw van de Koninklijke Bibliotheek. Victor Horta ontwerpt in dit kader twee projecten. Brief van 3 mei 1936 van Victor Horta aan de voorzitter van de KCML.

    Brussel Stedenbouw Erfgoed, Documentatiecentrum.