Gevelstructuurelementen zoals dragend metselwerk moeten een E60 brandweerstand hebben (vlamdichtheid gedurende 60 minuten).
Momenteel zijn er geen eisen inzake gevelisolatie. Om de mogelijke verspreiding van brand op de gevel van gebouwen met brandbare isolatie te beperken, beveelt de DBDMH echter aan:
Gebouwen met een gemiddelde hoogte: Voor gebouwen met een gemiddelde hoogte (tussen 10 en 36 m hoog), oplossingen op basis van regelmatige onderbreking van de brandbare isolatie (in het geval van ETICS of gelijmde steenstrips) of van de spouw (in het geval van een gevelbekleding met gevelbebording).
Hoge gebouwen: voor zeer hoge gebouwen (hoger dan 36 m) moeten voor alle gevelelementen (inclusief isolatie) onbrandbare materialen (klasse A2-s3, d1) worden gebruikt.
Lage gebouwen: Voor lage gebouwen (minder dan 10 m hoog) zoals eengezinswoningen bestaan er geen specifieke aanbevelingen.
Om goede prestaties op het vlak van thermisch comfort en energiebesparingen te realiseren en tegelijk een goede luchtkwaliteit te verzekeren, moet een woning niet alleen geïsoleerd worden maar ook goed luchtdicht afgewerkt zijn en uitgerust met een gecontroleerde ventilatie.
Essentiële ventilatie
Ventilatie zorgt voor zuurstof en verse lucht en voert CO2, vochtige lucht, vervuiling en geurtjes af, om zo de kwaliteit van de binnenlucht te verzekeren. Ventilatie is noodzakelijk voor de gezondheid van de bewoners en van het gebouw.
Het condensatieverschijnsel op de wanden die naar buiten uitgeven wordt over het algemeen beïnvloed door een vochtig binnenklimaat. Om condensatieproblemen te vermijden, is het belangrijk om het huis te ventileren, maar ook de productie van waterdamp te beperken en de kamers voldoende te verwarmen.
Wat zijn de isolatietechnieken met gevelbekleding?
Tussen de isolatie en de gevelbekleding bevindt zich een geventileerde luchtspouw. De gevelbekleding zorgt voor een uitstekende regendichting en kan met een waaier aan gevelafwerkingen gecombineerd worden: hout, gevelpannen, leien, metalen platen…
De uitvoering is afhankelijk van het soort isolatie, vormvast of soepel.
Gevelbekleding op soepele of halfharde isolatie
De isolatie wordt in een houten structuur vastgezet die mechanisch op de bestaande gevel bevestigd wordt (metalen structuren worden afgeraden). Om de koudebruggen ter hoogte van deze structuur te beperken, wordt aanbevolen deze te verdubbelen om de isolatie in twee lagen te plaatsen, de ene verticaal en de andere horizontaal.
Op de structuur wordt met behulp van latten een regen-en windscherm bevestigd. Op deze latten (verticaal geplaatst om eventueel water naar beneden af te voeren) wordt de gevelbekleding bevestigd. Bij verticale oriëntatie van de gevelbekleding en in geval van gevelpannen of leien, moeten bijkomende horizontale latten geplaatst worden.
De regen- en winddichtheidwordt verzekerd door een materiaal dat vanbuiten tegen de isolatie wordt geplaatst. Dit materiaal moet dampdoorlatend zijn (µd≤0,5m).
Het kan gaan om folies of (gebitumineerde of gelatexeerde) houtvezelplaten.De winddichtheid wordt verzekerd met behulp van kleefband ter hoogte van de naden tussen de folies.
Houtvezelplaten zijn duurder maar hebben als voordeel dat ze een minimale isolatiewaarde hebben. Zo vormen ze een ononderbroken isolatielaag rond de muren, waardoor ze de invloed van de onderbrekingen in de isolatie ter hoogte van de hulpstructuur verminderen.
De gevelbekleding wordt bevestigd op latten (verticaal geplaatst om water te laten aflopen), die op hun beurt door de isolatie heen in de muur met vijzen zijn vastgezet. Bij deze methode is de isolatielaag ononderbroken (op de puntkoudebruggen na veroorzaakt door de vijzen).
De wijze van bevestigen is identiek aan die van de isolatiemethode waarbij afwerking en isolatie één geheel vormen. Dit wordt volgens de instructies van de fabrikant uitgevoerd.
De regen- en winddichting wordt vaak verzekerd door een folie die op voorhand op de isolatie is bevestigd. Anders wordt deze verzekerd door een soepele folie of (gebitumineerde of gelatexeerde) houtvezelplaten geplaatst op de isolatie aan de buitenkant.
Wat zijn de isolatietechnieken waarbij afwerking en isolatie één geheel vormen?
De vormvaste isolatie wordt rechtstreeks tegen de buitenkant van de muur geplaatst. Ze wordt gelijmd en/of mechanisch bevestigd.De afwerking in gevelpleisterofbaksteenstripswordtaangebracht/rechtstreeksverkleefdopdeisolatie.
De meest gebruikte isolatie is geëxpandeerd polystyreen met grafiet (EPS), omwille van haar goede verhouding prijs/performanties. Houtvezels met grote dichtheid zijn een vaak gebruikt natuurlijk alternatief. Ze vereisen een dikker isolatiepakket dan polystyreen.
De meest gebruikte isolatie is geëxpandeerd polystyreen met grafiet (EPS), omwille vanhaargoedeverhoudingprijs/performanties.
Houtvezelsmetgrotedichtheidzijn een vaak gebruikt natuurlijk alternatief. Ze vereisen een dikker isolatiepakket dan polystyreen.
De verschillende onderdelen (pleister, vormvaste isolatie, verstevigingselementen, bevestigingswijze…) maken deel uit van één geheel en moeten ook als dusdanig worden toegepast. Ze moeten van één fabrikant afkomstig zijn.
De technische goedkeuring, een garantie voor conformiteit
De leveranciers van ETICS moeten over een technische goedkeuring (ATG) beschikken voor de materialen en hun toepassing. Vraag ze aan uw aannemer.
De pleister wordt rechtstreeks op de isolatie geplaatst en bestaat uit een basispleister voorzien van een wapeningsnet en een eindlaag. Op de hoeken worden hoekbeschermers geplaatst (in PVC, in aluminium…). Een perfecte uitvoering is noodzakelijk om waterinfiltratie te vermijden.
De pleister, waterdampdoorlatend, fungeert als wind- en waterdichting.
Afhankelijk van het soort pleister en de dikte, zijn verschillende texturen en kleuren mogelijk. Donkere kleuren worden echter weinig gebruikt, omdat ze slecht bestand zijn tegen bezonning. Heel gladde afwerkingen zijn bovendien moeilijk realiseerbaar. De pleister heeft om de 10 à 15 jaar onderhoud nodig (reinigingen/ofschilderen)omesthetischeredenen(vervuiling).
De baksteenstrips worden verkleefd op de isolatieplaten en vervolgens opgevoegd. Er bestaan ook geprefabriceerde systemen op buitenisolatie (meestal op polyurethaan).
Hoe interne condensatie vermijden door het waterdampbeheer?
Een muur die naar buiten ademt
De dampdichtheid van de verschillende lagen in de muur moet afnemen van binnen naar buiten. Een kleine hoeveelheid vocht dat in een strenge winterperiode door de luchtdichte laag zou kunnen dringen, kan dan naar buiten afgevoerd worden zonder dat er inwendige condensatie ontstaat.
Als er bij renovatie al een isolatie in de spouw aanwezig is of tegen de binnenkant van de muur, en u wil een buitenisolatie toevoegen, dan moet ze meer waterdampdoorlaatbaar zijn dan de reeds aanwezige isolatie.
Als de buitenisolatie minder dampdoorlatend is, dan moet de warmteweerstand (R-waarde)ervan1,5keergroterzijndandeisolatiemeernaardebinnenkant.
Waarom is de binnenpleister essentieel voordat er geïsoleerd wordt?
De binnenbepleistering verzekert de van de wand. Daarom moet ze ononderbroken geplaatst worden, met inbegrip van de dagkanten van de ramen, waarbij er zorg gedragen moet worden voor de aansluitingen.
Als u de zichtbare bakstenen binnen wil behouden, moet de luchtdichtheid (membraan of bepleistering) aan de warme buitenkant, tussen de muur en de isolatie, aangebracht worden.
Wat moet er worden gecontroleerd voordat een muur geïsoleerd wordt?
Alvorens te isoleren moet de muur gecontroleerd worden op het vlak van stabiliteit en gezondheid.
In geval van infiltraties is het van wezenlijk belang om de oorzaak van het vochtprobleem weg te nemen en de muur te laten drogen vooraleer te isoleren.
wordt over het algemeen aangepakt met behulp van een vochtwering door injectie van in de muren.
Als de muur voorzien is van een spouw, moet deze aan de boven- en onderkant dichtgemaakt worden om luchtcirculatie te voorkomen.
De buitenafwerking is bepalend voor het esthetische uitzicht van de gevel en moet meer dan één functie vervullen. Afhankelijk van de gekozen isoIatiemethode kan de buitenafwerking uit één laag of een combinatie van meerdere lagen bestaan.
Ze verzekert de regen-, wind- en stofdichtheid: ze voorkomt schade door waterinfiltratie en vermijdt de warmteverliezen door convectie, door luchtstroming in de isolatie te elimineren.
Naast regendicht moet de buitenafwerking tegelijk ook damp van binnenuit doorlaten.
µ « mu » geeft de waterdampdoorlaatbaarheid van een materiaal weer.
De hoeveelheid waterdamp die zich verspreidt doorheen een bepaald materiaal hangt niet alleen af van de µ-waarde van het materiaal, maar ook van de dikte d (uitgedrukt in meter).
De equivalentediffusiedikteμd of Sd (uitgedrukt in meter) geeft de weerstand tegen waterdampdiffusie aan van een materiaal van een bepaalde dikte.
µd = µ x d
Hoe kleiner µd of Sd hoe dampopener het materiaal is.
De µd-waarde van de buitenafwerking moet lager zijn dan 0,5 meter. Deze waarde wordt aangeduid op de technische fiche van het materiaal. Vraag ze aan uw aannemer.
Wat zijn de componenten van een geïsoleerde gevel en welke uitvoeringstechnieken worden gebruikt?
De gevels die in deze brochure worden bestudeerd, bestaan uit een binnenbepleistering, een massieve muur, isolatie en een buitenafwerking.
Bij renovatie is het belangrijk om de vochtkarakteristieken en mechanische eigenschappen van de nieuwe materialen en van de bestaande materialen te kennen, om zeker te zijn dat ze compatibel zijn en om het condensatierisico in het isolatiegeheel te beperken.
Er zijn verschillende mogelijkheden, in functie van de complexiteit van de gevel, de beoogde thermische prestaties en de gewenste buitenafwerking: gevelpleister, baksteenstrips of een bekleding in hout, gevelpannen, leien, metalen… In deze brochure behandelen we vier methodes om de gevel via de buitenzijde te isoleren:
Afwerking en vormvaste isolatie vormen één geheel
Gevelpleister op isolatie (ETICS)
1
2
3
4
Buitenafwerking
Isolatie
Bestaande muur
Binnenbepleistering
Baksteenstrips
1
2
3
4
Buitenafwerking
Isolatie
Bestaande muur
Binnenbepleistering
Gevelbekleding
Op soepele of halfharde isolatie
1
2
3
4
Buitenafwerking
Isolatie
Bestaande muur
Binnenbepleistering
Op vormvaste isolatie
1
2
3
4
Buitenafwerking
Isolatie
Bestaande muur
Binnenbepleistering
De werkzaamheden moeten worden uitgevoerd door een gekwalificeerde professional
Het inschakelen van een gekwalificeerde professional garandeert de correcte toepassing van materialen en isolatietechnieken. Zijn expertise zorgt voor de duurzaamheid van het systeem, de naleving van de geldende normen en de verwachte thermische prestaties, terwijl de integriteit van het bestaande gebouw behouden blijft.
Waar moet op gelet worden bij de buitenisolatie van de gevel?
De continuïteit tussen de isolatie van de muur en die van het dak, de vloer en de andere elementen die het afbakenen, is essentieel om koudebruggen te vermijden. Voldoende aandacht moet gaan naar de uitvoering van deze details.
De aansluitingen die hieronder worden voorgesteld, zijn van toepassing op alle isolatiemethodes.
Aansluiting tussen muur en plat dak
De continuïteit van de isolatie wordt verzekerd door de te bekleden met thermische isolatie of door gebruik te maken van een isolerend bouwblok, zoals cellenbeton.
De aansluitingen moeten zo ontworpen zijn dat waterinfiltratie wordt voorkomen.
Continuïteit van de isolatie verzekerd door een thermische isolatie die de opgaande dakrand bekleedt.
Aansluiting tussen de muur en het hellend dak
Bij de isolatie van het dak kan op de latere isolatie van de muren van buitenaf worden geanticipeerd door dak- en kroonlijstoversteken aan te brengen.
De gevelisolatie wordt vanaf 30 cm boven de begane grond geplaatst.
Ter hoogte van de muurvoet wordt een vochtbestendig isolatiemateriaal geplaatst (cellenglas, geëxtrudeerd polystyreen…). Deze isolatie wordt doorgetrokken tot op voldoende diepte om de koudebrug te beperken (1m is een veiligheidsdiepte).
Boven de begane grond wordt de isolatie beschermd door een schokbestendig materiaal (geschikte mortel, blauwe hardsteen…).
Hiervoor moeten de funderingen vrijgemaakt worden en de muur waterdicht gemaakt met een bitumineuze coating of een dichtingsmembraan (bijvoorbeeld EPDM…).
Wanneer de vloerplaat geïsoleerd wordt, sluiten de muur- en vloerisolatie niet op elkaar aan. Daarom moet de weglengte tussen de binnen- en buitenomgeving (op onderstaande tekeningen weergegeven met de groene lijn) minstens 1 meter bedragen om een koudebrug te vermijden.
Aansluitingen in geval van de isolatie van een zijgevel
Het is aan te raden om een zijgevel gelegen boven een aanpalend dak via de buitenzijde te isoleren. Indien de ruimte onder het dak van de buren niet geïsoleerd is, dan zal de muur aanvullend ook aan de binnenzijde geïsoleerd moeten worden, tot op het niveau van de zoldervloer van de buren. Wanneer de te renoveren woning verder komt dan het aanpalend gebouw, is de toestemming van de buur nodig om de uitspringende muur te isoleren.
Deze laatste kan vragen dat de isolatie op een bepaalde hoogte (bijvoorbeeld vanaf 2 meter) boven de begane grond wordt geplaatst om het binnendringen van zijn eigendom te beperken.
In dat geval wordt de isolatie via de buitenkant idealiter aangevuld met een binnenisolatie, met een voldoende overlapping van meestal 1 m, tussen de binnen- en buitenisolatie.
De isolatie, zelfs gedeeltelijk, van de gevel verbetert de thermische prestaties van de woning. Als er echter condensatieproblemen zijn op de muur voordat deze geïsoleerd wordt, zal het condensatieverschijnsel blijven bestaan op de niet-geïsoleerde plaatsen. Het verschijnsel zal hierdoor niet toenemen.
Omdat ze rookgassen op hoge temperatuur naar buiten afvoeren, moet er aandacht besteed worden aan de doorvoer van rookgasafvoeren door de gevel, om het risico op brand te vermijden. Een onbrandbaar isolatiemateriaal, bijvoorbeeld minerale wol, wordt rond de buis geplaatst (Europese brandreactieklasse A1 of A2-s1d0).
Meestal echter is de bestaande buis niet lang genoeg voor de geïsoleerde muur, en wordt ze vervangen.
1
2
Onbrandbare isolatie
Verwarmings ketel
Aansluiting met de vensterramen en deurlijsten
Om koudebruggen tussen het schrijnwerk en de muurisolatie te vermijden moet de isolatie ononderbroken van de muur tot aan het raam zijn. De bestaande dorpel, meestal in blauwe hardsteen, wordt verwijderd of in het vlak van de gevel gezaagd en er wordt een nieuwe dorpel geplaatst op een drukvaste isolatie (bijvoorbeeld cellenglas). Deze nieuwe diepere dorpel (de muur is dikker geworden) is vaak in aluminium, wat de uitvoering vereenvoudigt.
De isolatie ter hoogte van de dagkanten is meestal minder dik dan op de muur, zeker als de ramen niet vervangen zijn. Er wordt gestreefd naar een zo hoog mogelijke dikte, afhankelijk van de configuratie.
Het is beter om de ramen te vervangen gelijktijdig met het isoleren van de gevel. Op die manier kan de aansluiting gemakkelijk uitgevoerd worden, zowel op vlak van isolatie als op vlak van luchtdichtheid. Het raam kan dan ook tegen de metselwerkmuur aan de buitenkant worden geplaatst (excentrische plaatsing), waardoor het zich in het verlengde van de isolatie bevindt.
De isolatie wordt ononderbroken geplaatst, aan de buitenkant van de bestaande muur en zonder luchtlaag ertussen.
Er is een ruim aanbod aan isolatiematerialen op de markt, isolatiematerialen met minerale grondstoffen (glaswol of rotswol), plantaardige grondstoffen (hout, vlas, hennep, cellulose, katoen…), dierlijke grondstoffen (schapenwol…) of synthetische grondstoffen (polyurethaan, geëxpandeerd polystyreen…).
Elke isolatie in zijn geheel evalueren
Vergelijk hun prestaties en prijs, maar ga ook na voor welke toepassingen ze geschikt zijn en wat hun milieu-impact en hun akoestische eigenschappen zijn.
Dewarmtegeleidingscoëfficiëntλ(lambda) endewarmteweerstandRlatentoeomde thermische prestaties van een isolatiemateriaal te beoordelen.
λ (lambda) (uitgedrukt in W/mK) kenmerkt het vermogen van een lichaam om warmte tegeleiden.Hoekleinerλ,hoebeterhet materiaal isoleert.
R (uitgedrukt in m²K/W) geeft de warmteweerstand weer van een materiaallaag meteenbepaaldedikte.HoegroterR,hoe beter de materiaallaag isoleert.
Nodige diktes om een minimale energetische prestatie te bereiken: R ≥ 3,5 m²K/W
Soort isolatiemateriaal
Vrac
Souple
Rigide
λ (W/mK)
e min (cm)
μ sec
Geëxpandeerd polystyreen of piepschuim (EPS)
((v))
((x))
((v))
0,031 tot 0,045
11 tot 16
60
Geëxtrudeerd polystyreen (XPS)
((v))
((x))
((x))
0,028 tot 0,038
10 tot 14
300
Polyurethaan (PUR/PIR)
((x))
((x))
((v))
0,023 tot 0,029
9 tot 11
30
Minerale wol
((x))
((v))
((x))
0,031 tot 0,044
11 tot 16
1,2 tot 1,5
Kurk
((v))
((x))
((v))
0,032 tot 0,045
12 tot 16
30
Cellulosewatten (in bulk of halfhard)
((v))
((x))
((v))
0,037 tot 0,045
13 tot 16
1 tot 2
Houtvezels (vormvast)
((x))
((v))
((v))
0,037 tot 0,045
13 tot 16
4
Schapenwol
((v))
((v))
((x))
0,035 tot 0,045
13 tot 16
2
Vergelijk de prestaties
Vergelijk de technische fiches om in de materiaalcategorie die u hebt gekozen,diemetdekleinsteλteselecteren.
Voor de isolatie van muren via de buitenzijde zal het soort isolatiemateriaal afhangen van de gekozen isolatiemethode, die grotendeels voortvloeit uit de keuze van de buitenafwerking.
In geval van een gevelbekleding op soepele of halfharde isolatie wordt gebruik gemaakt van platen uit houtwol, hennep, vlas, cellulose, gerecycleerd textiel, schapenwol, minerale wol…
Bij de andere isolatiemethodes wordt gebruik gemaakt van een vormvaste isolatie zoals platen uit polyurethaan, geëxpandeerd polystyreen, houtvezels met hoge densiteit, kurk…
Er zijn hoofdzakelijk vier technieken om een gevel via de buitenzijde te isoleren.
Twee afwerkingstechnieken die op isolatie worden toegepast
Gevelpleister op isolatie (ETICS)
Baksteenstrips op isolatie
De vormvaste isolatie wordt rechtstreeks tegen de buitenkant van de muur geplaatst. Ze wordt gelijmd en/of mechanisch bevestigd. De afwerking in gevelpleister of baksteenstrips wordt aangebracht/rechtstreeks verkleefd op de isolatie. Deze methodes zijn vooral geschikt voor complexe gevels met veel details.
Twee gevelbekledingstechnieken op isolatie
op soepele of halfharde isolatie
op vormvaste isolatie
Tussen de isolatie en de gevelbekleding bevindt zich een geventileerde luchtspouw. De gevelbekleding zorgt voor een uitstekende en kan met een waaier aan gevelafwerkingen gecombineerd worden: hout, gevelpannen, leien, metalen platen… De uitvoering is afhankelijk van het soort isolatie, vormvast of soepel.
Bepleistering op isolatie (ETICS methode)
De verschillende onderdelen (pleister, vormvaste isolatie, verstevigingselementen, bevestigingswijze…) maken deel uit van één geheel en moeten ook als dusdanig worden toegepast. Ze moeten van één fabrikant afkomstig zijn.
De meest gebruikte isolatie is geëxpandeerd polystyreen met grafiet (EPS), omwille van haar goede verhouding prijs/performanties. Houtvezels met grote dichtheid zijn een vaak gebruikt natuurlijk alternatief. Ze vereisen een dikker isolatiepakket dan polystyreen.
1
2
3
4
5
Binnenbepleistering
Muur
Plug
Vormvaste thermische isolatie
Buitenbepeistering
Afwerking met baksteenstrips
De baksteenstrips worden verkleefd op de isolatieplaten en vervolgens opgevoegd. Er bestaan ook geprefabriceerde systemen op buitenisolatie (meestal op polyurethaan).
De isolatie wordt in een houten structuur vastgezet die mechanisch op de bestaande gevel bevestigd wordt (metalen structuren worden afgeraden).
De meest gebruikte isolatie is minerale wol omwille van zijn lage kostprijs. Houtwol en hennep zijn plantaardige alternatieven die soms tegen dezelfde prijs verkrijgbaar zijn.
1
2
3
4
5
6
Binnenbepleistering
Muur
Structuur en soepele thermische isolatiein twee lagen
Regen- en winddichting
Luchtlaag / Belatting
Gevelbekleding
Gevelbekleding op vormvaste isolatie
De gevelbekleding wordt bevestigd op latten, die op hun beurt door de isolatie heen in de muur met vijzen zijn vastgezet.
De meest gebruikte isolatie is polyurethaan omwille van de goede verhouding kostprijs/prestaties. Houtwol met hoge dichtheid is een vaak toegepast plantaardig alternatief
Welke premies om mijn gevels via de buitenzijde te isoleren?
Er zijn 45 premies beschikbaar voor renovatie- en besparingswerkzaamheden. Ontdek een overzicht van alle beschikbare premies, kredieten en subsidies in onze Samenvatting van de Premies.
RENOLUTION-premies
Sinds 1 januari 2022 zijn de Energiepremies en de premies voor de renovatie van het woonmilieu en de verfraaiing van gevels samengevoegd tot één systeem: de RENOLUTION-premies.
Om de beste ervaringen te bieden, gebruiken we technologieën zoals cookies om apparaatinformatie op te slaan en/of te openen. Door toestemming te geven voor deze technologieën kunnen we gegevens zoals surfgedrag of unieke ID's op deze site verwerken. Als u geen toestemming geeft of uw toestemming intrekt, kan dit een negatieve invloed hebben op bepaalde kenmerken en functies.
Functioneel
Altijd actief
Opslag of technische toegang is strikt noodzakelijk met het oog op het legitieme belang om het gebruik van een specifieke dienst mogelijk te maken die uitdrukkelijk is aangevraagd door de abonnee of internetgebruiker, of met als enig doel de overdracht van communicatie via een elektronisch-communicatienetwerk uit te voeren.
Voorkeuren
De opslag of technische toegang is noodzakelijk voor het legitieme belang van het opslaan van voorkeuren die niet worden gevraagd door de abonnee of persoon die de dienst gebruikt.
Statistieken
Technische opslag of toegang die uitsluitend voor statistische doeleinden wordt gebruikt.Opslag of technische toegang die uitsluitend wordt gebruikt voor anonieme statistische doeleinden. Bij gebrek aan een dagvaarding, vrijwillige naleving door uw internetprovider of aanvullende gegevens van een derde partij, kan informatie die voor dit enige doel is opgeslagen of opgehaald, doorgaans niet worden gebruikt om u te identificeren.
Marketing
Opslag of technische toegang is nodig om internetgebruikersprofielen aan te maken om advertenties te verzenden, of om de internetgebruiker op een website of op meerdere websites met vergelijkbare marketingdoeleinden te volgen.