De isolatie wordt ononderbroken geplaatst zonder luchtlaag. Bij plaatsing boven de dakvloer moet deze bestand zijn tegen samendrukking (bijv.: kurk, cellenglas, houtvezel met hoge dichtheid, sommige polyurethanen, geëxtrudeerd polystyreen…). Bij plaatsing van onderaf wordt soepele isolatie gebruikt (bijv.: glaswol, rotswol, houtwol, vlaswol, hennepwol, schapenwol, celluloseschuim…).
Vergelijk hun prestaties en prijs, maar ga ook na voor welke toepassingen ze geschikt zijn en wat hun milieu-impact en hun akoestische eigenschappen zijn.
Verschil tussen thermische en akoestische isolatie
Thermische isolatie is niet per definitie akoestisch absorberend. Alleen soepele (of halfharde) isolatie met een opencellige structuur, wollig of schuimvormig kunnen in een geluidsisolatiesysteem worden gebruikt. Stijve isolatie met gesloten cellen verbeteren de akoestische prestaties van een wand niet en kunnen deze zelfs tenietdoen.
Denk aan akoestische isolatie vanaf de renovatie
Bij renovatiewerken hebben de eigenaars de neiging om de akoestische behandeling uit het oog te verliezen, die zij als een bijkomstige luxe beschouwen. Maar de dagelijkse geluiden van de ene woning naar de andere veroorzaken soms een ondraaglijke overlast… Denk eraan vanaf de start van uw project!
Raadpleeg onze brochure “De geluidsisolatie” voor meer informatie en vraag advies aan onze begeleidingsdienst!
Raadpleeg onze advies of onze brochure “De geluidsisolatie” voor meer informatie en vraag advies aan onze begeleidingsdienst!
Akoestiek
Akoestiek
De warmtegeleidingscoëfficiën λ (« lambda ») en de warmteweerstand R laten toe de thermische prestaties van een isolatiemateriaal te beoordelen:
- λ ((uitgedrukt in W/mK) kenmerkt het vermogen van een lichaam om warmte te geleiden. Hoe kleiner λ, hoe beter het materiaal isoleert.
- R (uitgedrukt in m2K/W) geeft aan hoe groot de weerstand is tegen warmteverliezen via geleiding van een materiaallaag. Hoe groter R, hoe beter de laag isoleert.
R = e/λ
De warmteweerstand R van een isolatielaag is gelijk aan zijn dikte d (uitgedrukt in meter) gedeeld door zijn warmtegeleiding λ
Minimale thermische prestaties R ≥ 4 m²K/W
| Type d’isolant | λ (W/mK) | min.d. (cm) |
|---|---|---|
| Cellenglas | 0,038 à 0,050 | 16 à 20 |
| Minerale, plantaardige en dierlijke wol | 0,030 à 0,045 | 13 à 18 |
| Kurk | 0,032 à 0,045 | 13 à 18 |
| Geëxpandeerd polystyreen of piepschuim (EPS) 0,031 tot 0,045 | 0,031 à 0,045 | 13 à 18 |
| Geëxtrudeerd polystyreen (XPS) | 0,028 à 0,038 | 12 à 16 |
| Polyurethaan (PUR / PIR) | 0,023 à 0,029 | 10 à 12 |
| Resolschuim | 0,022 à 0,038 | 9 à 16 |
Vergelijk de technische fiches om in de materiaalcategorie die u hebt gekozen, die met de kleinste λ te selecteren.
Oververhitting onder het dak in de zomer beperken
Als het dak geïsoleerd moet worden voor het wintercomfort, is het ook belangrijk om oververhitting in de zomer te beperken.
Het oververhittingsrisico van de ruimtes onder het dak neemt sterk af naargelang:
- het dak wordt beschermd door ballast of zonnepanelen, of wordt ingericht tot een groendak;
- het afdichtingsmembraan lichtgekleurd is of bedekt met een reflecterende verf;
- de koepels van zonwering voorzien zijn;
- het dak van een hoge profiteert (bijv. betonnen vloerplaat);
- er zware materialen met een hoge thermische inertie¹ aanwezig zijn in de zolderruimte (bijv. muren in beton of volle baksteen);
- de ruimte van een intensieve nachtventilatie profiteert;
- de interne energiewinsten beperkt blijven (transformatoren, dimmers, halogeenlampen, enz.);
- de thermische weerstand R van de isolatie groot is;
- de isolatie over een hoge thermische inertie beschikt (houtwol en houtvezels beantwoorden goed aan dit criterium).

