Wat moet de brandweerstand zijn voor geluidsisolatie in een huis met appartementen in Brussel?
De is het vermogen van een bouwelement om bij een brand gedurende een bepaalde tijdsduur zijn draagvermogen, zijn vlamdichtheid en/of zijn thermische isolatie te bewaren. Ze wordt uitgedrukt in minuten (tijd die de evacuatie van de bewoners toelaat).
De DBDMH (Dienst voor Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest) eist meestal een brandweerstand van 60 minuten tussen de appartementen of met de gemeenschappelijke delen. De brandweerstand van een vloer wordt beschouwd van beneden naar boven, waarbij het plafond deze garantie moeten kunnen bieden.
Gips (en gipsvezel) is onbrandbaar en heeft een uitstekend brandgedrag: tijdens een brand komen geen toxische producten vrij maar wel waterdamp die het opstijgen van de temperatuur vertraagt, en zo actief bijdraagt tot het vertragen van de brandverspreiding.
Welke gipsdikte garandeert een brandweerstand van 60 minuten?
In het algemeen: 2 x 15 mm
Soms: 2 x 12,5 mm (ou 2 x 10 mm gipsvezel)
Verbeterde platen laten toe de weerstand te bereiken met minder dikte en massa; ze genieten niet de voorkeur wanneer men tegelijkertijd de geluidsisolatie wil verbeteren.
De brandweerstand is niet alleen afhankelijk van de platen, maar ook van het systeem waarin ze worden toegepast (structuur, vulling, voegen). In alle gevallen moet de uitvoering in overeenstemming zijn met de aanbevelingen van de fabrikanten; ze zullen u zo goed mogelijk adviseren over hun systemen en producten die de eisen van geluidsisolatie en brandweerstand verenigen.
Noteer dat de DBDMH meestal eist dat het absorberend materiaal dat in een verlaagd plafond ingevoegd wordt, en dat brandwerend moet zijn, steenwol is.
Elke woning waarvoor een aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning nodig is, wordt geacht de nationale norm NBN S01-400-1 : “Akoestische criteria voor woongebouwen” (2008) na te leven.
Is dit een wettelijke verplichting?
Inderdaad, deze norm heeft een vrijwillig karakter. De normen worden juridisch echter beschouwd als regels van de kunst of als goede praktijk. Bij klachten of conflicten beroepen de magistraten zich op de normen.
Bovendien heeft het Brussels Gewest zijn eigen normen die een juridische waarde hebben. Ze bepalen de maximaal toelaatbare overschrijdingen voor achtergrondlawaai. Als het gebouw onvoldoende geïsoleerd is, worden de Brusselse normen zelden nageleefd en het vervolg van de procedure baseert zich op de nationale norm.
Noteer dat volgens de psycho-akoestische onderzoeken het normale comfort van de norm slechts voor 70 % van de bevolking voldoet, wat niet erg ambitieus is. Het verhoogde comfortniveau van de norm voldoet voor 90 % van de bevolking. Een slecht geïsoleerde woning is moeilijk te verkopen of te verhuren, en het naleven van het verhoogde comfortniveau is een verkoopsargument van grote waarde.
Wat zegt de norm?
Ze bepaalt de eisen waaraan moet voldaan worden inzake de isolatie tegen en , de gevelisolatie, het lawaai van technische uitrustingen en de nagalmbeheersing in gemeenschappelijke ruimten.
Ze legt de aanvaardbare geluidsniveaus vast. De naleving van de norm wordt gecontroleerd door middel van maatregelen ter plaatse: geluidsbronnen waarvan alle kenmerken gekend zijn worden in de ruimten van het bovenste appartement geplaatst, de geluidsniveaus worden gemeten in het benedenappartement.
Luchtgeluiden
Zendruimte buiten de woning
Ontvangstruimte binnen de woning
Normaal akoest. comfort DnT,w
Verhoogd akoest. comfort DnT,w
Elke ruimte
Elke ruimte uitgezonderd een technische ruimte of inkomhal
≥ 54 dB
≥ 58 dB
Contactgeluiden
Zendruimte buiten de woning
Ontvangstruimte binnen de woning
Normaal akoest. comfort L’nT,w
Verhoogd akoest. comfort L’nT,w
Elke ruimte
Elke ruimte uitgezonderd een technische ruimte of inkomhal
≥ 58 dB
≥ 50 dB
Maximumgeluidsniveaus voor technische installaties
Ruimte
Uitrusting
Normaal akoest. comfort LAinstal,nT
Verhoogd akoest. comfort LAinstal,nT
Badkamer, WC
Mechanische ventilatie
Sanitaire installaties
≤35 dB
≤65 dB
≤30 dB
≤60 dB
Keuken
Mechanische ventilatie
Dampkap
≤ 35 dB
≤ 60 dB
≤ 30 dB
≤ 40 dB
Woon- en eetkamer
Mechanische ventilatie
≤ 30 dB
≤ 27 dB
Slaapkamer
Mechanische ventilatie
≤ 27 dB
≤ 25 dB
Technische ruimten met installaties voor minder dan 10 woningen
≤ 75 dB
≤ 75 dB
Technische ruimten met installaties voor meer dan 10 woningen
een stedenbouwkundige vergunning aanvragen voor bestemmingswijziging;
het advies van de dienst Preventie van de DBDMH (Dienst voor Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest) bij het dossier van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning voegen;
de regelgeving van het GSV (Gewestelijke Stedenbouwkundige Vergunning) voor elke gecreëerde woning naleven;
beroep doen op een architect als het project wijzigingen van de gevel of van draagelementen voorziet;
de EPB (Energieprestatie van Gebouwen)-eisen naleven bij wijziging van de gebouwschil;
het AREI (Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties) en de geldende normen voor gasinstallaties naleven.
Hoe kan lawaai van technische installaties worden beperkt?
Technische uitrustingen
De verwarmingsketels, pompen, ventilatoren, liftmachinerie en mechanismen van garagepoorten veroorzaken lawaai en trillingen. Om hun verspreiding in het gebouw te vermijden kan u, telkens dit mogelijk is:
modellen kiezen die weinig lawaai maken en goed afgesteld zijn;
de uitrustingen plaatsen in de lokalen die zo ver mogelijk van de leefruimten verwijderd zijn;
deze lokalen isoleren;
de uitrustingen ver van de kamerhoeken installeren en ze in de zwaarste muren vastmaken;
ze op trilwerende sokkels of via trilwerende bevestigingen plaatsen.
Verschillende soorten trillingsdempende pads voor akoestische isolatie Anti-vibratie basis
Sanitaire uitrustingen
Om geluidstransmissie door contact te voorkomen kunt u wastafels, douches en badkuipen op rubberen ringetjes of trilwerende blokjes plaatsen, en een siliconevoeg tussen het sanitaire toestel en de tegels aanbrengen.
1
2
3
Rubberen ringetje
Siliconevoeg
Trilwerende blokjes
Leidingen en buizen
Als men geen voorzorgen neemt, verspreiden de vloeistof-en gasleidingen en de ventilatiekanalen het lawaai alsook de trillingen van de installaties waarop ze aangesloten zijn door het gebouw. Ze kunnen ook het lawaai, op hen overgebracht door contact met een vloer, een muur of een ander gebouwelement, over een grote afstand overdragen. Om deze overlast te beperken:
veranker ze niet in de muren;
bevestig ze door middel van trilvaste moffen en voeg overal waar ze in contact kunnen komen met een gebouwelement, een soepel ontkoppelingsmateriaal in;
breng ze samen in geïsoleerde kasten;
dicht de wanddoorvoeringen goed af, voeg een zwaar en soepel materiaal in;
vermijd elke plotselinge verandering van richting, diameter, debiet, snelheid, druk;
installeer geluiddempers in de luchtaanvoer- en luchtverversingsleidingen, zo dicht mogelijk bij de ventilator;
dimensioneer de ventilatie-inrichtingen om de luchtsnelheid te beperken en houd rekening met de belastingsverliezen;
kies goed afgestelde geluidsdempingsmonden.
Akoestische isolatie van leidingen met behulp van trillingsdempende manchetten
Welke materialen en dikte moeten gekozen worden voor geluidsisolatie?
De absorberende materialen
Ze zijn soepel, met een geringe of gemiddelde densiteit. Hun structuur is wolachtig of schuimig, dit wil zeggen dat de poriën met elkaar in verbinding staan en dat de lucht tussen de vezels kan circuleren.
Wol
Houtwol
Hennep
Steenwol en glaswol
Schuim met open cellen
Cellulose (gerecycleerd papier)
Polyurethaanschuim
Schuim van gerecycleerd polyurethaan afval
Alle geluidsabsorptiematerialen isoleren ook thermisch. Het omgekeerde geldt niet: thermische harde isolatiematerialen kunnen de geluidsisolatie verminderen.
De dempende materialen en ontkoppelingsmaterialen
Wanneer ze tussen twee harde lichamen worden ingelast, nemen ze het starre contact tussen hen weg en dempen ze de geluidstrillingen.
De soepele materialen met gesloten cellen
Elastomeer – gerecycleerd rubber
Zelfklevende stroken van schuim met gesloten cellen
Polyethyleenschuim met gesloten cellen
De halfstijve wollige materialen met hoge densiteit (HD)
Men maakt een onderscheid tussen de dempende materialen die onder de belasting van de vloer geplaatst worden en die een verplettering moeten weerstaan zonder verlies van hun kwaliteiten (dit wordt veerkracht genoemd), en de soepele ontkoppelingsmaterialen die een star contact moeten verhinderen maar geen verplettering ondergaan.
Keuze van een soepel ontkoppelingsmateriaal
Alle soepele materialen van minstens 5 mm dik zijn geschikt.
Keuze van een dempend materiaal
De soepele materialen met gesloten cellen worden gebruikt in diktes tussen 5 en 20 mm, de halfstijve wollige materialen in diktes tussen 15 en 20 mm.
De keuze en de dikte van het dempend materiaal worden aangepast:
aan het soort overlast: hoe veerkrachtiger en hoe dikker de materie, hoe beter de isolatie tegen geluiden van lage frequenties, die dikwijls het meest storend zijn;
aan het gewicht van de lagen die op het materiaal aangebracht worden: de zeer elastische materialen zijn zeer efficiënt onder zware vloerpanelen maar kunnen een “trampoline-effect” uitlokken onder lichtere panelen;
aan de regelmatigheid van de onderlaag: de soepele laag mag niet geperforeerd worden, zelfs niet in precieze gevallen. Bijgevolg moet, als de onderlaag niet glad is, de soepele laag dikker zijn.
1
2
Gewichthoogst mogelijk
Dikteom perforatie te voorkomen
Er kunnen ook andere vormen van geluidshinder voorkomen in de woningen, en andere technische oplossingen kunnen afgestemd worden op de specifieke eisen van uw woning. Vraag gerust advies aan onze begeleidingsdienst.
Geluidsisolatie: welke techniek moet gebruikt worden?
Alle geluidsisolatietechnieken zijn erop gericht om geluidsgolven te dempen door het vermijden van starre contacten tussen de materialen. De technieken zijn gebaseerd op de grote principes van de en het (zie hieronder: Welke soorten geluiden zijn er?).
Ze verschillen van de akoes- tische correctietechnieken, die tot doel hebben de nagalm van een ruimte te wijzigen door toevoeging van absorberende oppervlakken. In dit advies worden slechts enkele opties genoemd die vaak in Brusselse woningen worden toegepast.
Volledige oplossing, met zwevende vloer op balken
Deze renovatietechniek, goed aangepast aan de Brusselse context, biedt volgende voordelen:
zorgt voor een efficiënte isolatie zowel tegen luchtgeluiden als tegen contactgeluiden;
verhoogt het vloerniveau bijna niet. Tot 4 cm stelt het schaven van de onderkant van de deuren geen probleem, en de eventuele kleine trede is onzichtbaar;
geeft toegang tot de balken, in geval deze verstevigd moeten worden;
beschermt de plafonds met sierlijsten;
maakt hergebruik van de bestaande vloer mogelijk.
1
2
3
4
Vloerpanelen
Dempende strook
Absorberende materiaal
Te verstevigen balk indien nodig
Hoe te werk gaan?
1
2
3
4
Plint
Silicone
Soepele strook
Vloerbedekking
Demonteer de bestaande vloer (met zorg, als u hem wil hergebruiken).
Controleer de luchtdichtheid van het plafond van de benedenverdieping (maak de spleten dicht, verwijder de ingebouwde spots).
Verstevig zo nodig de vloerstructuur. Deze operatie corrigeert tegelijkertijd een eventuele doorbuiging van de vloer (mettertijd en door herhaalde belasting is het midden van het stuk dikwijls verzakt) en maakt het oppervlak terug vlak.
Plaats een tussen de balken, in een rol of los. Om de efficiëntie te verhogen beveelt het WTCB (Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf) aan om vóór de plaatsing van absorberend materiaal een grindlaag te leggen. Deze techniek moet voorbehouden worden voor de gevallen waar een nieuw plafond wordt geplaatst, omdat men zeker moet zijn dat het plafond bestand is tegen het gewicht van het grind.aakt het oppervlak terug vlak.
Men legt stroken, uit een gesneden, aan de rand langs de muren en rond de leidingen die door de vloer lopen.
Op de balken worden noppen of aangebracht.
De zwevende vloer wordt gerealiseerd door de vloerpanelen op de balken te plaatsen zonder bevestigingen erin aan te brengen. In de praktijk gebruikt men OSB panelen van 22 mm dik in een ploegverbinding (op elkaar gelijmd) die een zeer resistente draaglaag vormen. Men kan ook, om het gewicht te verhogen ter verbetering van de geluidsisolatie, nog gipsvezelplaten aan de OSB panelen toevoegen (18 mm OSB is dan voldoende). Gipsvezel mag niet alleen geplaatst worden omdat hij niet zelfdragend is.
Men legt de vloerbedekking die ook de muren en leidingen niet mag raken. De parketleggers raden aan om de vloer op een dunne onderlaag te leggen, maar hij mag in de OSB genageld worden doorheen deze onderlaag, die moet voorkomen dat de vloer piept of kraakt.
De plinten worden geplaatst, waarbij ervoor gezorgd wordt dat de muren en de bedekking elkaar niet opnieuw raken. Om dit te bereiken, plooit men de soepele ontkoppelingsstroken om de vloerbedekking vooraleer de plinten te plaatsen, en men eindigt met een siliconelint met aangepaste kleur. Noteer dat herstel van contact door het plaatsen van kasten of andere meubels moet vermeden worden: als de meubels op de zwevende vloer staan, hebben ze geen rechtstreeks contact met de muren en het plafond; als ze op trilvaste noppen staan (dat wil zeggen gemaakt van geluiddempend materiaal), kunnen ze in de muur bevestigd worden.
Hier wordt de zwevende dekvloer rechtstreeks op de bestaande vloersteen of vloer gelegd. Deze techniek behandelt enkel de contactgeluidsisolatie; ze heeft weinig effect op de luchtgeluiden. De techniek kan aangevuld worden met het plaatsen van een verlaagd akoestisch plafond.
Gegoten dekvloer
1
2
3
Nieuwe dekvloer
Geluiddempend materiaal
Bestaande dekvloer
In het geval van een gegoten dekvloer moet het geluiddempend materiaal absoluut een doorlopende laag vormen. Als het cement ook maar door de minste spleet sijpelt, functioneert de dekvloer
Droge dekvloer
1
2
3
Vloerpanelen
Geluiddempend materiaal
Bestaande vloer
In het geval van een droge dekvloer moet het geluiddempend materiaal niet doorlopend zijn, stroken of noppen functioneren nog beter.
Aandachtspunten
Als de dekvloer of bestaande vloer een doorbuiging of oneffenheden vertoont, moet eerst een laag egalisatiekorrels aangebracht worden.
De ontkoppelingsstroken moeten zorgvuldig aan de rand langs de muren en rond de leidingen geplaatst worden.
1
2
3
4
Soepele strook
Silicone
Vloerbedekking
Vloerpanelen
1
2
Soepele strookle
Vloerpanelen
Voor de keuze van geluiddempende materialen en ontkoppelingsmaterialen, lees hieronder het hoofdstuk dat aan hen is gewijd.
De aanbevelingen die in de volledige oplossing betreffende de vloerpanelen, de bedekking en de plinten (punten 7, 8 en 9) gegeven worden, gelden ook hier.
Verlaagd akoestisch plafond
Een verlaagd plafond is samengesteld uit gipsplaten die op een metalen structuur zijn geschroefd. Het wordt onder de vloerbalken of onder een bestaand plafond geplaatst.
Om akoestisch te zijn moet het een absorberend materiaal bevatten en moeten de metalen structuur en de (zware) platen van het gebouw ontkoppeld zijn met behulp van soepele elementen.
Een verlaagd akoestisch plafond behandelt vooral de ; het geeft zelden voldoening tegen .
1
2
3
4
5
Absorberend materiaal
Soepele ontkoppelingsstrook
Metalen structuur
Afwerkingspanelen (2 lagen)
Metalen hangstaven
Aandachtspunten
De metalen rails zijn niet rechtstreeks in de muren verankerd maar door een soepele strook. De buigzaamheid van de rails, loodrecht op de schroeven, maakt het veerkrachteffect mogelijk ondanks de aanwezigheid van de schroeven.
In het geval van grote belastingen worden metalen hangstaven bijgevoegd. Onder een vloersteen in beton gebruikt men trilvaste beugels.
Het absorberend materiaal kan tussen de balken vastgeklemd of op de metalen structuur geplaatst worden.
Om voldoende massa te bekomen gebeurt de afwerking met minstens twee diktes van gips of gipsvezel zonder star contact met de muren of eventuele leidingen. De doorgang van een elektriciteitsdraad vormt geen probleem, maar de opening rond de draad moet opnieuw dichtgemaakt worden. Noteer dat de gips- of gipsvezellagen het naleven van de vereisten voor mogelijk maken.
De voeg aan de rand wordt met siliconemastiek en niet met gips gerealiseerd.
De structuur van de meeste vloeren van de Brusselse huizen is samengesteld uit houten die in de muren verankerd zijn.
De planken van de parketvloer worden op de balken genageld; het plafond wordt er rechtstreeks aan vastgemaakt. Traditioneel werd een latwerk op het onderste deel van de balken genageld, en daarna bedekt met een dikke pleisterlaag van gladgestreken pleisterkalk en dikwijls versierd met sierlijsten.
Trampoline-effect
Opgelet, de oude vloeren zijn niet altijd zeer stijf. Als de vloer oscilleert onder een impuls (“trampoline-effect”), is zijn stijfheid onvoldoende en moet deze verbeterd worden, zoniet komen de resultaten van elke akoestische ingreep in het gedrang. Gewoonlijk verstevigt men de balken door er met schroefbouten nieuwe houtstukken aan te bevestigen. Controleer evenwel of de balken niet rot zijn of verzwakt door insecten ter hoogte van de verankeringsplaats in de muren.
Diagram van de structuur van een traditionele houten vloer. Rondelet J., Traité théorique et pratique de l’art de bâtir, 1830.
Een wordt voortgebracht door een geluidsbron waarvan de energie in de vorm van trillingen aan de omringende lucht wordt overgedragen (stem, televisie, muziek). Het verspreidt zich van de ene verdieping naar de andere door de elementen van de scheidingswand te doen trillen en wordt zonder onderscheid langs onder of langs boven behandeld (noteer dat een deel van het geluid door de muren kan worden overgedragen, en nog meer als het lichte muren zijn, waardoor in sommige gevallen ook deze muren behandeld moeten worden).
Diagram van de voortplanting van luchtgeluid
Om zich tegen luchtgeluiden te isoleren past men de twee grote principes van geluidsisolatie toe:
De massawet
De geluidsisolatie van een wand is beter naarmate hij dikker is en samengesteld uit zware materialen.
De globale akoestische prestatie van een wand (muur of vloer) wordt door zijn zwakste elementen bepaald. Daarom dient men ervoor te zorgen dat de homogeniteit van de wandmassa en zijn luchtdichting gewaarborgd wordt (geen ingebouwde spots bijv.).
Het massa-veer-massa-effect
Twee ontkoppelde massa’s, dat wil zeggen zonder star contact met elkaar, isoleren beter dan een massa van dezelfde totale dikte. De ontkoppeling van de twee massa’s lost de geluidsenergie op. Op dit principe zijn de meeste akoestische systemen gebaseerd.
Diagram hiernaast: prestaties van geluidsisolatie volgens de massawet en het massa-veer-massa-effect – voorbeeld voor een muur in massieve betonblokken
Hoe groter de massa’s en hoe groter de afstand ertussen, hoe efficiënter het systeem.
1
2
3
28 cmRw=54dB (+4dB)
14 cmRw=58dB
14 cm en 14cmRw=84dB (+30db)
1
2
Massa 1
Massa 2
In het systeem met zwevende vloer op balken vormt het plafond de eerste massa en de vloerpanelen de tweede. De massa’s worden gescheiden door de hoogte van de balken, met name meestal 18 tot 20 cm, wat een efficiënte afstand is.
De ontkoppeling (veereffect) tussen de massa’s gebeurt hier door:
de dempende elementen op de balken;
de soepele ontkoppelingsstroken aan de rand.
Het absorberend materiaal vormt op zich geen geluidsisolerend materiaal, maar draagt bij aan de geluiddemping in het massa-veer-massa- systeem en verhindert een resonantieverschijnsel tussen de massa’s, dat de prestaties van het systeem zou verminderen.
Om zich tegen luchtgeluiden te isoleren, is een verlaagd akoestisch plafond ook een efficiënte oplossing.
De contactgeluiden
Een wordt voortgebracht door een schok of door een rechtstreeks contact tussen een geluidsbron en een bestanddeel van het gebouw (loopgeluid, verplaatsing van voorwerpen, trillingen van machines…). Het verspreidt zich in heel de gebouwstructuur, soms over een grote afstand, en kan zich naar de andere lokalen verbreiden via alle wanden die een star contact (rechtstreeks contact tussen twee harde lichamen) hebben met het gebouwelement dat de schok ontvangen heeft.
Diagram van de voortplanting van contactgeluid – vloerisolatie
Men doet het starre contact verdwijnen door een soepel materiaal (dempend of ontkoppelend) te plaatsen tussen de bron van geluidsemissie en het gebouw. Concreet vertaalt zich dat in de uitvoering van een zwevende .
Diagram van de voortplanting van contactgeluid – muurisolatie
Wanneer niet aan de bron kan ingegrepen worden, geven de aannemers soms het advies om een verlaagd akoestisch plafond te plaatsen in het bovenappartement.
Let op, ook al is dit laatste efficiënt tegen luchtgeluiden, het zwakt slecht één component van de contactgeluiden af. De andere wanden brengen deze ook over, en des te gemakkelijker naarmate de wanden dun en licht zijn. Als de plaatsing van het verlaagd akoestisch plafond niet volstaat om het lawaai tot een bevredigend niveau te verminderen, dan moeten ook de dunste wanden behandeld worden, en soms alle wanden tot het realiseren van het “doos in de doos” -principe.
Er zijn 45 premies beschikbaar voor renovatie- en besparingswerkzaamheden. Ontdek een overzicht van alle beschikbare premies, kredieten en subsidies in onze Samenvatting van de Premies.
RENOLUTION-premies
Sinds 1 januari 2022 zijn de Energiepremies en de premies voor de renovatie van het woonmilieu en de verfraaiing van gevels samengevoegd tot één systeem.
Om de beste ervaringen te bieden, gebruiken we technologieën zoals cookies om apparaatinformatie op te slaan en/of te openen. Door toestemming te geven voor deze technologieën kunnen we gegevens zoals surfgedrag of unieke ID's op deze site verwerken. Als u geen toestemming geeft of uw toestemming intrekt, kan dit een negatieve invloed hebben op bepaalde kenmerken en functies.
Functioneel
Altijd actief
Opslag of technische toegang is strikt noodzakelijk met het oog op het legitieme belang om het gebruik van een specifieke dienst mogelijk te maken die uitdrukkelijk is aangevraagd door de abonnee of internetgebruiker, of met als enig doel de overdracht van communicatie via een elektronisch-communicatienetwerk uit te voeren.
Voorkeuren
De opslag of technische toegang is noodzakelijk voor het legitieme belang van het opslaan van voorkeuren die niet worden gevraagd door de abonnee of persoon die de dienst gebruikt.
Statistieken
Technische opslag of toegang die uitsluitend voor statistische doeleinden wordt gebruikt.Opslag of technische toegang die uitsluitend wordt gebruikt voor anonieme statistische doeleinden. Bij gebrek aan een dagvaarding, vrijwillige naleving door uw internetprovider of aanvullende gegevens van een derde partij, kan informatie die voor dit enige doel is opgeslagen of opgehaald, doorgaans niet worden gebruikt om u te identificeren.
Marketing
Opslag of technische toegang is nodig om internetgebruikersprofielen aan te maken om advertenties te verzenden, of om de internetgebruiker op een website of op meerdere websites met vergelijkbare marketingdoeleinden te volgen.