Sinds 1 januari 2022 zijn de Energiepremies en de premies voor de renovatie van het woonmilieu en de verfraaiing van gevels samengevoegd tot één systeem: de RENOLUTION-premies.
Er is een premie voor het reinigen, het onderhoud en het schilderen, en voor kleine reparaties aan gevelmaterialen.
Tal van erfgoedelementen, zelfs als ze niet beschermd zijn, komen in aanmerking voor een specifieke financiële steun (sgraffiti, keramiekbetegeling, mozaïeken, glasramen, balustrades, siersmeedwerk, decoratieve elementen in de aan de straatzijde gelegen voortuintjes of ter versiering van deuren, ramen of daklijsten).
Om deze erfgoedelementente restaureren kunt u een aanvraag voor de Premie Klein Erfgoed indienen.
Is een stedenbouwkundige vergunning nodig om mijn gevel te reinigen en te restaureren?
Algemeen principe
Voor alle werken die het architecturale uitzicht van een goed veranderen, moet een stedenbouwkundige vergunning aangevraagd worden.
Niet-beschermd gebouw
Het aanspreekpunt is de dienst stedenbouw van de gemeente. Deze dienst informeert u over de stedenbouwkundige vergunningen die moeten worden aangevraagd wanneer het architecturale uitzicht wordt gewijzigd (verandering van kleur, materialen, dikte, enz.).
Beschermd gebouw
Het aanspreekpunt is de Directie Cultureel Erfgoed van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel. Voor een goed dat beschermd is of op de bewaarlijst staat, moet voor de vervanging, zelfs op exact dezelfde wijze, steeds een vergunning worden aangevraagd. Dat is ook het geval voor restauraties, maar in principe niet voor onderhoudswerken. Omdat de grens tussen restauratie en onderhoud niet altijd makkelijk af te bakenen is, is het beter de Directie Cultureel Erfgoed te consulteren, alvorens een ingreep uit te voeren. Deze zal beslissen of de geplande werken wel of niet onderworpen zijn aan een vergunning, en geeft informatie over de eventuele stappen die moeten ondernomen worden.
Waar moet ik op letten vooraleer met de gevelwerkzaamheden te beginnen?
In de meeste gevallen richt de particulier die zijn gevel wil laten reinigen zich rechtstreeks tot de aannemer. Wanneer het om grote gebouwen gaat of gebouwen met een erfgoedwaarde, is het aanbevolen om op een gespecialiseerde architect beroep te doen.
Keuze van de onderneming
De gevelreiniging wordt niet geregeld door een toegang tot het beroep. Naast ernstige ondernemingen zijn er minder aanbevelenswaardige bedrijven actief op de markt. Het is interessant om aan de geraadpleegde aannemers adressen van referentiewerven te vragen.
Diagnose, offerte of lastenboek
De diagnose begint met een nauwkeurige identificatie van de materialen, van de vervuiling en van de beschadiging door veroudering of door een eventuele vorige reiniging. Ze vormt de basis van een aannemingsofferte of van een lastenboek van de architect. Een nuttige clausule om in te voorzien, is het uitvoeren van voorafgaande proeven.
Voorafgaande proeven
De proeven maken het mogelijk de gewenste staat van reinheid en de grenzen die niet overschreden mogen worden wat betreft de aantasting van de materialen, vast te leggen. Zo worden geschillen voorkomen, ofwel wanneer de werkzaamheden niet tot de verwachte staat van reinheid leiden, ofwel wanneer de gevelmaterialen beschadigd zijn door de reiniging.
Beschermingsmaatregelen
Het is van essentieel belang om de oppervlakken die niet gereinigd moeten worden, doeltreffend te beschermen: schrijnwerk en beglazing, sgraffiti, keramieken, gebeeldhouwde reliëfs, enz.
Wanneer twee reinigingstechnieken gecombineerd worden, moeten de meest delicate materialen beschermd worden (voorbeeld: bakstenen gereinigd met behulp van een zachtere methode dan die voor de omgevende blauwe hardsteen).
Moet mijn gevel een preventieve anti-graffiti behandeling krijgen?
Een antigraffiti is een product dat op de gevel ter hoogte van het gelijkvloers wordt aangebracht.
Het vergemakkelijkt de verwijdering van graffiti, doordat het de inkt en de verf verhindert om in de materialen te dringen. De “angst voor graffiti” mag er echter niet toe leiden om remedies toe te passen die erger zijn dan de schade die ze geacht worden te vermijden! De antigraffiti kunnen de droogcapaciteit van de materialen sterk beperken en hun tinten wijzigen.
Om dit risico te beperken zal men de voorkeur geven aan niet-blijvende en waterdampdoorlatende antigraffitiproducten. Als een graffiti vlekken maakt op de gevel, wordt de beschermingslaag tegelijkertijd met de inkt en de verf verwijderd door reiniging met verzadigde stoom of met warm water onder hoge druk. Daarna wordt een nieuwe antigraffitilaag aangebracht.
Vochtwerende middelen zijn kleurloze producten, dikwijls op siliconenbasis, die de poreuze materialen vochtwerend maken. In plaats van in het parement te dringen, druppelt en stroomt het regenwater op zijn oppervlak, wat het “zelfreinigingsproces” versterkt.
Het is van essentieel belang een product te kiezen dat de droogcapaciteit van de materialen zoveel mogelijk behoudt.
Welke materialen (niet) vochtwerend behandelen?
Het aanbrengen van een vochtwerend middel kan nuttig zijn op witte kalksteen en poreuze baksteen, maar moet vermeden worden op blauwe hardsteen, verglaasde baksteen of gepolijst marmer want het kan ongewenste wijzigingen van het uitzicht veroorzaken.
Sgraffiti, mozaïeken of faiëncetegels mogen in geen geval waterwerend gemaakt worden.
Aandachtspunt
Gevels die in slechte staat of gebarsten zijn, mogen geen vochtwerende behandeling krijgen want deze kan het vochtig worden van materialen en hun vorstgevoeligheid versterken. Deze behandeling wordt dikwijls vermeden voor beschermde gebouwen, met name wegens de onomkeerbaarheid ervan.
Welke herstellings- en restauratiewerkzaamheden kunnen worden uitgevoerd aan een gevel in zichtbare materialen?
Een reinigingsoperatie vormt het ideale moment om alle herstellingswerken uit te voeren die de goede conservering van de gevel mogelijk maken, en om tegelijk de aanwezigheid van de stelling te benutten.
Restauratie van steen
Het restaureren van beperkte beschadigingen (lichte scheuren, scherven, enz.) kan door een gevelonderneming uitgevoerd worden. Wanneer het om grotere defecten gaat, behoort de interventie tot het vakgebied van de steenhouwer. Deze ent inzetstukken in steen, voert herstellingen uit met eventueel gewapende minerale mortel, en vervangt zelfs gevelstenen die te veel beschadigd zijn.
Restauratie van beton
Dit werk moet grondig uitgevoerd worden door specialisten. Een simpele “aanvulling” van de ontbrekende delen met mortel zal uitlopen op het loskomen van deze geïmproviseerde herstellingen. Het is noodzakelijk de door “carbonatatie” aangetaste delen van het beton vrij te maken (het CO2 in de lucht verzuurt het beton) en het ijzer tegen corrosie te behandelen, alvorens de herstelling uit te voeren met compatibele mortels.
Opvoeging
De vernieuwing van de voegen is dikwijls noodzakelijk in de hoge delen van de gevel, die lijden onder weer en wind. De volledige opvoeging is zelden gerechtvaardigd. In de oude gevels gebruikt men een kalkmortel. In de recentere gevels (na de Eerste Wereldoorlog) kan een bastaardmortel (kalk en cement) worden voorgesteld. De kleur, de textuur en de vorm van de nieuwe voegen moeten identiek zijn aan die van de bestaande voegen.
Smeedwerk, schrijnwerk, sgraffiti, keramieken
Deze elementen moeten bij het reinigen beschermd worden. Hun onderhoud en hun eventuele restauratie vormen de finishing touch van een operatie voor gevelverfraaiing. In de meeste gevallen behoren deze ingrepen tot het vakgebied van gespecialiseerde vaklui of conservators-restaurateurs.
Beroepen van het erfgoed
Indien u een ambachtsman of bedrijf zoekt dat gespecialiseerd is in herstellings-, conserverings- of restauratiewerken van elementen van uw woning, bekijk dan www.beroepenvanheterfgoed.brussels.
Op deze website vindt u meer dan 150 professionelen die werkzaam zijn in het Brussels Gewest. Referenties en foto’s van de werven helpen u de specialist voor uw project te kiezen.
Welke reinigingstechniek moet gebruikt worden, afhankelijk van de gevelmaterialen?
Tot het midden van de 19e eeuw vindt men maar weinig materialen terug in de Brusselse gevels: baksteen, witte steen en, in mindere mate, blauwe hardsteen. Het metselwerk wordt gewoonlijk beschermd door pleisters en verven.
Vanaf het eind van de 19e eeuw voert het spel van texturen en kleuren van de zichtbare materialen de boventoon.
De korte uiteenzettingen hierna stellen courante gevelmaterialen en richtinggevende adviezen voor over de reiniging. De oppervlakteactieve producten (dikwijls toepasbaar) en de zure of basische producten (te verbieden voor de meeste materialen) worden in de tabellen niet vermeld.
Symbool
Betekenis van het symbool
(:-))
minimale aantasting van het materiaal indien de techniek correct toegepast wordt
(:-|)
toepasbare techniek, maar met de nodige omzichtigheid te gebruiken
(:-()
te verwerpen techniek wegens het risico op beschadiging van het materiaal
Gevelstenen in terracotta
De terracotta baksteen wordt verkregen door het bakken, na het drogen van een kleiachtige pasta die in een gietvorm wordt geperst. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen metselstenen die dienen voor de bouw van het hoofddeel van de muur, en gevelstenen die regelmatiger zijn en bestemd voor de gevels.
Vanaf het einde van de 19e eeuw maakt de mechanisatie van de productie het mogelijk om een steeds breder gamma van gevelstenen aan te bieden. Afhankelijk van de samenstelling van de klei en de bewerkingstechnieken hebben de bakstenen een gladde, ruwe of verglaasde afwerking en hebben ze verschillende kleurschakeringen: rood, oker, bruin, zwart, wit, grijs, geel en zelfs groen of blauw, enz.
Technieken
Ruwe terracotta baksteen
Gladde terracotta baksteen
Verglaasde baksteen
verzadigde stoom (indien weinig vuil)
(:-))
(:-))
(:-))
droogstralen met fijne straalmiddelen
(:-))
(:-|)
(:-()
hydropneumatisch stralen
(:-|)
(:-()
(:-()
water onder hoge druk
(:-()
(:-|)
(:-|)
Metselsteen als parement gebruikt
Om redenen van besparing wordt de gangbare terracotta baksteen, bestemd voor het metselwerk, dikwijls gebruikt in de gevel. Hij wordt dan beschermd door een baksteenrode deklaag en gecombineerd met specifieke voegtechnieken, waardoor hij het regelmatige uitzicht van een gevelsteen krijgt.
Aandachtspunt
Het is afgeraden om dit type van parement te reinigen. Een reiniging met verzadigde stoom kan overwogen worden, maar de kans bestaat dat het resultaat weinig zichtbaar is. Indien nodig kan de oorspronkelijke deklaag van de baksteen vernieuwd worden door middel van een minerale verf (voorbeeld: silicaatverf). Reinigen door het spuiten van straalmiddelen of met water onder hoge druk is volstrekt uit den boze!
Kalkzandsteen
Kalkzandstenen worden niet gemaakt van klei, maar van een vochtig mengsel van kalk en water dat onder stoomdruk gebakken wordt. Men ziet ze vaak in de gevels van gebouwen uit de vroege 20e eeuw.
Ze hebben een beige, lichtgrijze of lichtjes roze kleur, en bezitten een hoge porositeit waardoor ze vatbaar zijn voor vuil en moeilijk te reinigen zijn.
Technieken
Kalkzandsteen
verzadigde stoom (indien weinig vuil)
(:-))
droogstralen met fijne straalmiddelen
(:-|)
hydropneumatisch stralen
(:-()
water onder hoge druk
(:-()
Blauwe kalksteen of “petit granit”
De blauwe hardsteen, zeer dicht, resistent en weinig poreus, is hoofdzakelijk afkomstig uit de streek van Hennuyères: Zinnik, Ecaussines, enz.
In de 19e eeuw wordt hij vrijwel systematisch gebruikt voor de gevelplinten, de lijsten en dorpels van vensters en deuren, de grondvlakken en consoles van balkons. Zijn uitstekende geschiktheid voor behouwing zorgt voor een grote keuze aan afwerkingen.
Technieken
Blauwe hardsteen
verzadigde stoom (indien weinig vuil)
(:-))
droogstralen met fijne straalmiddelen (behalve indien gladde afwerking)
Tot het midden van de 19e eeuw komt de witte steen vooral uit onze streken. De Balegemse steen, en daarna de Gobertingse steen, worden met name gebruikt voor de bouw en de restauratie van grote burgerlijke en religieuze monumenten.
Vanaf 1870 is de Franse witte steen steeds meer aanwezig. De hardheid en porositeit van witte steen variëren sterk.
Technieken
Zachte witte kalksteen
Harde witte kalksteen
verzadigde stoom (indien weinig vuil)
(:-))
(:-))
droogstralen met fijne straalmiddelen
(:-|)
(:-))
hydropneumatisch stralen
(:-()
(:-|)
water onder hoge druk
(:-()
(:-()
herhaalde waterverstuiving (indien weinig vuil)
(:-))
Simili pleister
De simili pleisters verschijnen enkele jaren vóór de Eerste Wereldoorlog en kennen hun glorietijd in de jaren 20-30.
Ze bestaan uit een mortel op basis van cement en kalk waaraan een aggregaat van steen wordt toegevoegd om het uitzicht van deze laatste te imiteren. Ze worden toegepast op baksteenmetselwerk en op gewapend beton. Schijnvoegen worden met het voegijzer getrokken in de nog verse pleister.
Deze schijnvoegen kunnen opgevuld worden met een mortel van een andere kleur. De afwerking van de mortel verbetert de textuur van het materiaal bij het plaatsen (borstelen, enz.) of na het drogen (beitelen, enz). Deze pleisters mogen in geen geval geverfd worden.
Techniques
Simili pleister
verzadigde stoom (indien weining vuil)
(:-))
droogstralen met fijne straalmiddelen
(:-))
hydropneumatisch stralen
(:-|)
Sierbeton
Na de Tweede Wereldoorlog verdient het prefabbeton zijn sporen als materiaal voor gevelbekleding.
Zijn oppervlak kan glad zijn of ruw wanneer het gewassen werd vóór het einde van de verharding om het aggregaat er weer uit te halen.
Er zijn twee productfamilies: de bekledingsplaten die op de draagstructuur worden bevestigd door middel van metalen haken, en de elementen in architectonisch beton die zelf voor de draagfunctie van de gevel zorgen.
Techniques
Beton met zichtbare fijne granulaten
Beton met grote zichtbare granulaten
verzadigde stoom
(:-))
(:-()
droogstralen met fijne straalmiddelen
(:-))
(:-))
hydropneumatisch stralen
(:-|)
(:-|)
water onder hoge druk (indien weinig vuil)
(:-))
(:-()
Metselvoegen
Tot de Eerste Wereldoorlog zijn de voegen gewoonlijk samengesteld uit een kalkmortel. Daarna worden bastaardmortels (kalk en cement) frequent gebruikt.
De voeg moet tegelijk de regenwaterinfiltratie in de muur beperken en zijn droging bevorderen dankzij een hoge waterdampdoorlaatbaarheid.
Er is een ruime waaier aan voegen met verschillende vormen die de gevel expressie geven.
Aandachtspunt
De keuze van de reinigingstechniek moet rekening houden met de weerstand van de voegen om, voor zover mogelijk, hun conservering te verzekeren.
Welke technieken zijn er voor het reinigen van gevels?
De gevelreiningstechnieken kunnen in drie “families” onderverdeeld worden: reinigen met water, reinigen door het spuiten van een straalmiddel en chemisch reinigen.
De methode moet aangepast worden aan het type van bekledingsmateriaal, aan zijn bewaringsstaat en aan het vervuilingstype. Het is verstandig om vooraf proeven uit te voeren.
Bij de hierna beschreven technieken zijn het reinigen met water onder hoge druk en het waterstralen van granulaten de meest gebruikte.
De meer uitgebreide (en duurdere) methodes zijn meestal voorbehouden aan de beschermde gebouwen, waarvoor specifieke eisen met betrekking tot het respect voor de materialen worden toegepast.
Reinigen met water
Het reinigen met water komt in drie varianten voor, die zich onderscheiden door de hoeveelheid, de temperatuur en de waterdruk.
Herhaalde waterverstuiving
Kleine hoeveelheden water worden op de gevel gespoten onder lage druk (minder dan 10 bar), met tussenpozen en door middel van een reeks sproeiers. Het vuil, dat door het gestraalde water in de vorm van “mist” is losgeweekt, wordt daarna weggespoeld door een waterstraal en kan gepaard gaan met handmatig borstelen.
Aandachtspunt
Het reinigen door herhaalde waterverstuiving maakt een reiniging mogelijk waarbij materialen zoals kalksteen bijna niet aangetast worden. Als de gebruikte waterhoeveelheden te groot zijn, bestaat er een risico op beschadiging van het metselwerk en zelfs aan de binnenkant van het gebouw.
Verzadigde stoom
Verzadigde stoom wordt onder lage druk (2 tot 6 bar) op de gevel gespoten.
Deze techniek maakt het vuil los door de mechanische werking en de hoge temperatuur van de stoom (tussen 120 en 160° C). Het water dat geproduceerd wordt door de condensatie van stoom bij contact met de gevel, doet het vuil wegspoelen.
Weinig ondernemingen beschikken over de nodige uitrusting om deze techniek uit te voeren.
Aandachtspunt
Deze zachte methode bewaart het patina van de materialen. Sterke vervuiling kan er niet door verwijderd worden. De methode is afgeraden voor fijn bewerkte materialen, die door de hoge temperatuur beschadigd zouden kunnen worden.
Water onder hoge druk
Bij deze techniek wordt het vuil verwijderd met een koude of warme waterstraal onder hoge druk (30 tot 100 bar). Van de technieken met water is deze de meest gebruikte, wegens haar relatief lage kostprijs. In de offertes wordt ze soms verward met de reiniging met verzadigde stoom.
Aandachtspunt
De reiniging met water onder hoge druk is toepasbaar op harde materialen. Ze kan de zachte materialen en de metselvoegen beschadigen.
Reiniging door het spuiten van een straalmiddel
Er wordt een straalmiddel met perslucht op de gevel gespoten. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de droge straaltechnieken en de hydropneumatische straaltechnieken (met toevoeging van water).
Droogstralen met fijne straalmiddelen
Bij deze techniek, bekend onder de naam “gommage”, wordt een poeder met een fijne korrelgrootteverdeling (minder dan 100 micron) en meer verwant aan talk dan aan zand, onder lage druk drooggestraald in een persluchtstroom.
Omdat de reiniging meer door wrijving dan door inslag gebeurt, is het schurend effect op de gevel zachter dan bij het waterstralen van granulaten, waardoor zelfs gebeeldhouwde elementen gereinigd kunnen worden.
Deze techniek maakt het gebruik van een afschermings- en afzuigsysteem noodzakelijk, om te verhinderen dat het stof zich verspreidt.
Aandachtspunt
Het droogstralen met fijne straalmiddelen maakt het mogelijk een sterke vervuiling te verwijderen, ook op zachte materialen. Deze techniek is niet geschikt voor gepolijste of verglaasde oppervlakken. Gezien haar hoge kostprijs wordt deze enkel gebruikt voor grote gebouwen of monumenten.
Hydropneumatisch stralen
Deze techniek vindt men in de offertes onder verschillende benamingen terug: hydropneumatisch zandsteenpolijsten, gommage met nat granulaat, hydrogommage, Torbosysteem, enz. De perslucht brengt het straalmiddel in beweging dat, onder lage druk gespoten (maximum 3 bar), de materialen reinigt door de schurende werking. Tegelijk wordt water gespoten om te verhinderen dat stof vrijkomt en om het mengsel van straalmiddel en vuil door afvloeien te verwijderen.
Naast de vakbekwaamheid van de operator die bepalend is, beïnvloeden verschillende parameters de kwaliteit van de reiniging: het soort straalapparaat, het gebruikte straalmiddel en de werkdruk.
Het basisstraalapparaat heeft twee straalmonden die naast elkaar zijn geplaatst, de ene voor het water en de andere voor het straalmiddel. Er zijn uitgebreidere systemen voorzien van straalmonden die de straalhoek van het schurend straalmiddel op de gevel doen wisselen, om de aantasting van het oppervlak van de materialen te beperken.
Het gebruikte straalmiddel is meestal zand van het type “Molzand”. De hardheid van dit straalmiddel beperkt zijn gebruik tot het reinigen van harde materialen. De diameter van de korrels moet tussen 100 en 200 micron liggen, en zelfs 250 micron voor het reinigen van sterke vervuiling op blauwe steen. Het gebruik van zachtere straalmiddelen of van verschillende vormen (calciet, dolomiet, gebroken glas, olivienzand, enz.), zelden gebruikt op de gewone werven, maakt het mogelijk de methode op zachtere materialen toe te passen.
Aandachtspunt
Hydropneumatisch stralen kan goede resultaten geven op harde materialen, maar kan zachte materialen onherroepelijk eroderen (tenzij zachte straalmiddelen gebruikt worden). Deze techniek is niet geschikt voor gladde, gepolijste of verglaasde oppervlakken.
Chemisch reinigen
Bijtende (zure of basische) producten of oppervlakteactieve stoffen (neutrale detergenten), aangebracht met de borstel of in kompresssen, reageren met het vuil en vergemakkelijken zijn verwijdering.
Na een reactietijd die door de fabrikant bepaald is, wordt het product weggespoeld met verzadigde stoom of met water onder hoge druk.
Aandachtspunt
De oppervlakteactieve stoffen vormen in het algemeen weinig risico’s voor de te reinigen onderlagen. Ze zijn doeltreffend op gladde materialen zoals verglaasde baksteen. Om milieuredenen (vermijden dat gevaarlijke producten in de riolering terechtkomen) en wegens het risico op uitbloeiingen (witte sporen) of kleurwijziging van de materialen, moet het gebruik van bijtende producten in de meeste gevallen vermeden worden.
Bijzondere technieken
Naast de hierboven beschreven technieken zijn er nog heel wat andere minder bekende technieken, bedoeld voor specifieke toepassingen:
stralen van korrels koolzuurijs (CO2 gestold op -78,5°C) lijkt interessant om verf te verwijderen die oorspronkelijk niet-geverfde onderlagen bedekt;
schuurpasta op basis van klei is doeltreffend om weinig poreuze en gladde materialen te reinigen, vooral de marmers;
laserreinigen, waardoor lichtgekleurde steenachtige materialen met donkere plekken gereinigd kunnen worden, wordt gebruikt voor het reinigen van beeldhouwwerken;
enzymen en bacteriën die al lang in detergenten voor wasmiddelen gebruikt worden, zijn het voorwerp van veelbelovende proeven voor het reinigen van gebouwen.
De gevelmaterialen, blootgesteld aan weer en wind, verouderen en krijgen mettertijd een patina.
De intensieve vervuiling die men in de steden ziet, is hoofdzakelijk te wijten aan de luchtverontreiniging door verbrandingsresten die gerelateerd zijn aan het autoverkeer. Er zijn andere soorten vervuiling: microalgen, mossen, vlekken afkomstig van metaalcorrosie, enz.
De vervuiling door luchtverontreiniging slaat ongelijk neer op een gevel. Schone zones komen overeen met delen die regelmatig door regenwater gespoeld worden. Ze steken af bij de vuile zones die ontstaan onder de uitspringende delen: vensterbanken, lijsten, balkons, erkers en daklijsten.
Er zijn twee soorten vervuiling: het vuil dat neerslaat op het oppervlak, en de vlekken die in de materialen dringen. De stenen ontwikkelen pathologieën als gevolg van verontreinigende stoffen: uitbloeiing, aankorsting, afschilfering, enz.
Uiterlijk op 31 december 2025 moet u met uw liftspecialist een moderniseringsplan overeenkomen, inclusief een overeenkomst om de werkzaamheden uit te voeren. Op basis van het verslag van de risicoanalyse door de EDTC, zal dit plan (of gedetailleerde offerte) de veiligheidsmaatregelen beschrijven die voor uw lift moeten worden toegepast en de verschillende fasen van hun implementatie.
Het geeft een totaaloverzicht van de verschillende uit te voeren ingrepen en maakt het mogelijk om hun compatibiliteit te beoordelen (met name voor het bestuderen van elektronische oplossingen). Deze ingrepen moeten zo worden uitgevoerd dat de erfgoedkenmerken van uw lift zoveel mogelijk worden gerespecteerd. Aarzel niet om Homegrade hierover om advies te vragen.
Voor de meest complexe historische liften moet een modernisering op maat worden overwogen, vooral als u gebruik wilt maken van elektronische oplossingen. Hoewel de algemene voorwaarden voor hun gebruik nu geformaliseerd zijn, moeten deze elektronische oplossingen nog ontwikkeld worden door uw liftspecialist en gevalideerd worden door de EDTC.
De modernisering houdt onder meer in dat een risicoanalyse wordt uitgevoerd door een Externe Dienst voor Technische Controle (EDTC).
In deze analyse worden de ernstigste risico’s belicht, waarvoor het toestel moet worden stilgelegd en onmiddellijke werkzaamheden moeten worden uitgevoerd, evenals de risico’s waarvoor een modernisering op langere termijn noodzakelijk is. Ze beschrijft enkele tientallen risico’s en “type-oplossingen” om ze te voorkomen.
Enkel voor liften met een attest van historische waarde kunnen de versoepelingen en alternatieve oplossingen voor bepaalde kritieke aspecten (fragiel kooidak, open schacht, vouwhek) geraadpleegd worden op de website van de FOD Economie (zie de bijlage aan de procedure voor de uitvoering van de risicoanalyse van een lift). Zo zijn elektronische oplossingen nu wettelijk toegestaan en kunnen ze worden toegepast om het openen van de liftkooi, de open schachten, de voorkant en de bordesdeuren van liften te beveiligen.
Dateert uw lift van vóór 1958 en is hij nog goed bewaard?
Inventaris van de historische liften en attest van historische waarde
Controleer of de lift is opgenomen in de inventaris elevators.heritage.brussels en of hij een attest van historische waarde heeft dat is afgegeven door de Directie Cultureel Erfgoed van Urban.brussels. Deze dienst heeft Homegrade de opdracht gegeven om een inventaris van historische liften op te stellen, die als basis dient voor de afgifte van de attesten.
Termijnen voor modernisering
De termijnen voor modernisering die worden opgelegd door defederale wetgevingbetreffende de beveiliging van liften (koninklijk besluit van 9 maart 2003) variëren naargelang u al dan niet over dit attest beschikt:
Met attest – 31 december 2027: Liften met bewezen historische waarde genieten van een extra termijn om aan de eisen te voldoen (uiterlijk 31 december 2027 met een moderniseringsplan vóór 31 december 2025) en moderniseringsoplossingen die aangepast zijn aan hun erfgoedkenmerken.
Zonder attest – 31 december 2023: Historische liften die niet zijn opgenomen in de inventaris en nog geen attest hebben, moeten uiterlijk op 31 december 2023 gemoderniseerd en goedgekeurd zijn.
Opname in de inventaris
Vraag zonder uitstel de opname in de inventaris en een attest van historische waarde aan via ons online formulier.
Door de opname in de inventaris van historische liften en het attest van erkenning van de historische waarde is het mogelijk om op maat gemaakte beveiligingsmaatregelen te overwegen ter bescherming van dit erfgoed.
De modernisering is altijd verplicht, ongeacht de historische waarde van de lift
Opname in de inventaris houdt geen nieuwe wettelijke verplichtingen in,maar geeft geen recht op een subsidie voor modernisering, tenzij de oude lift beschermd is.
Moet ik een stedenbouwkundige vergunning aanvragen?
Niet-beschermd gebouw
Het aanspreekpunt is de dienst stedenbouw van de gemeente. Voor onderhouds- en restauratiewerken en werken die de prestaties van bestaande ramen verbeteren, is geen stedenbouwkundige vergunning nodig.
Beschermd gebouw
Het aanspreekpunt is de Directie Cultureel Erfgoed van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Voor een goed dat beschermd is of op de bewaarlijst staat, moet voor de restauratie of de vervanging van ramen steeds een vergunning worden aangevraagd. De onderhoudswerken zijn hiervan vrijgesteld. Het is beter de Directie Cultureel Erfgoed te consulteren, alvorens een ingreep uit te voeren.
Het dichten van de buitenvoeg tussen het schrijnwerk en het metselwerk heeft een grote impact op de warmte- en geluidsisolatie. Deze voeg kan met behulp van een elastische stopverf gerealiseerd worden.
Aanbrengen van tochtstrips
Soepele afdichtingen kunnen door een schrijnwerker worden geplaatst in een in de profielen van het raam. Er bestaan ook afdichtingssystemen waarbij siliconenpasta ter plaatse gemodelleerd wordt.
Voorzetraam
Een voorzetraam kan geplaatst worden op het binnenvlak van het raamwerk.
Het voorzetraam biedt een interessante oplossing wanneer men kostbare ruiten of glas-in-loodramen wil bewaren.
Dubbel venster
Net als bij het voorzetraam, maakt het ontdubbelen van het venster door het plaatsen van een tweede venster aan de binnenkant eveneens de bewaring van de bestaande ramen en glaswerk mogelijk. Deze oplossing zorgt voor hoge thermische en akoestische prestaties.
Dubbel glas in bestaand schrijnwerk
De meest gebruikelijke methode bestaat erin de sponning van het schrijnwerk te verbreden zodat er dubbel glas in past. Een glaslat (een kleine houten lat) wordt aan de buitenkant van het venster bevestigd om de dubbele beglazing op zijn plaats te houden.
Enkel glas met lage emissie
Door enkel glas met een te plaatsen, kan de vensterisolatie verhoogd worden zonder dat de glassponning hoeft te worden aangepast. Dit is een interessante oplossing voor vensters met kleine onderverdelingen, omdat er dan geen vastgelijmde moeten worden gebruikt.
Dunne dubbele vacuümbeglazing
Net als enkel glas met lage emissie kan een dunne dubbele vacuümbeglazing in de bestaande worden geplaatst. De thermische prestaties van deze beglazing zijn gelijkwaardig aan die van driedubbele beglazing!
Onderhoud van de ramen: wat zijn de “reddende” handelingen?
Reinig uw vensters en zet ze open: minstens 1 of 2 keer per jaar
Reinig de buitenkant van de vensterramen met water waaraan milde zeep is toegevoegd, om het stof en het vuil die het schilderwerk of de vernis beschadigen, te verwijderen.
Zet alle vensters open om te voorkomen dat bepaalde beweegbare delen, in het bijzonder de scharnieren, op de duur gaan blokkeren door roest. Vet de onderdelen lichtjes in indien nodig.
De afvoergaten vrijmaken: elk jaar vóór de winter
Kijk na of de waterafvoergaten onderaan het raam niet verstopt zijn, en maak ze indien nodig vrij met behulp van een metalen puntbeitel.
De stopverf renoveren: zodra een probleem wordt vastgesteld
Vervang onmiddellijk de stopverf die gebarsten is om te voorkomen dat er water in het hout dringt.
Schilderen of vernissen
Breng, indien nodig, elke 2 of 3 jaar weer een verf-of vernislaag aan op de onderkant van de ramen, die vlugger schade lijdt omdat deze meer aan weer en wind is blootgesteld.
Schilder indien nodig de kozijnen om de 5 tot 10 jaar opnieuw of vernis ze helemaal opnieuw. Het lichtjes afschuren van de bestaande verflaag met dun schuurpapier is dikwijls voldoende alvorens te herschilderen. Het volledig decaperen wordt enkel toegepast indien de bestaande afwerking sterk beschadigd is.
Ramen zijn een belangrijk element in het ontwerp van uw gevel. Ze behouden in plaats van ze te vervangen kan een duurzame oplossing zijn vanuit milieuoogpunt. Dit is vooral het geval als uw gebouw erfgoedwaarde heeft en de ramen nog origineel zijn.
Om de beste ervaringen te bieden, gebruiken we technologieën zoals cookies om apparaatinformatie op te slaan en/of te openen. Door toestemming te geven voor deze technologieën kunnen we gegevens zoals surfgedrag of unieke ID's op deze site verwerken. Als u geen toestemming geeft of uw toestemming intrekt, kan dit een negatieve invloed hebben op bepaalde kenmerken en functies.
Functioneel
Altijd actief
Opslag of technische toegang is strikt noodzakelijk met het oog op het legitieme belang om het gebruik van een specifieke dienst mogelijk te maken die uitdrukkelijk is aangevraagd door de abonnee of internetgebruiker, of met als enig doel de overdracht van communicatie via een elektronisch-communicatienetwerk uit te voeren.
Voorkeuren
De opslag of technische toegang is noodzakelijk voor het legitieme belang van het opslaan van voorkeuren die niet worden gevraagd door de abonnee of persoon die de dienst gebruikt.
Statistieken
Technische opslag of toegang die uitsluitend voor statistische doeleinden wordt gebruikt.Opslag of technische toegang die uitsluitend wordt gebruikt voor anonieme statistische doeleinden. Bij gebrek aan een dagvaarding, vrijwillige naleving door uw internetprovider of aanvullende gegevens van een derde partij, kan informatie die voor dit enige doel is opgeslagen of opgehaald, doorgaans niet worden gebruikt om u te identificeren.
Marketing
Opslag of technische toegang is nodig om internetgebruikersprofielen aan te maken om advertenties te verzenden, of om de internetgebruiker op een website of op meerdere websites met vergelijkbare marketingdoeleinden te volgen.